Abamectine als pesticide voor gebruik in de landbouw
De avermectines zijn een familie van macrocyclische lactonen, geproduceerd door het bodemorganisme Streptomyces avermitilis, die in het midden van de jaren zeventig werden ontdekt als direct resultaat van een screening-inspanning voor natuurlijke producten met anthelmintische eigenschappen. Avermectine B1 (abamectine), het belangrijkste bestanddeel van de fermentatie, vertoonde ook een krachtige activiteit tegen geleedpotigen in voorlopige laboratoriumevaluaties en werd vervolgens geselecteerd voor ontwikkeling ter bestrijding van fytofage mijten en insectenplagen op een verscheidenheid van land- en tuinbouwgewassen over de hele wereld. Tot de belangrijkste toepassingen waarvoor abamectine momenteel is geregistreerd, behoren toepassingen op sierplanten, citrusvruchten, katoen, peren en groentegewassen in doses van 5 tot 27 gram abamectine per hectare als bladspray. Abamectine heeft een lage toxiciteit voor nuttige geleedpotigen die niet tot de doelsoorten behoren, wat de acceptatie ervan in geïntegreerde bestrijdingsprogramma’s (IPM) heeft versneld. Er zijn uitgebreide studies uitgevoerd om de veiligheid van het gebruik van abamectine in de landbouw voor mens en milieu te onderbouwen. Abamectine is zeer onstabiel voor licht en er is aangetoond dat het na gebruik in de landbouw snel wordt afgebroken op plant- en bodemoppervlakken en in water. Abamectine bleek ook gemakkelijk te worden afgebroken door micro-organismen in de bodem. Abamectineresiduen in of op gewassen zijn zeer laag, gewoonlijk minder dan 0,025 ppm, zodat de mens minimaal wordt blootgesteld bij het oogsten of consumeren van behandelde gewassen. Bovendien persisteert of accumuleert abamectine niet in het milieu. De instabiliteit, de geringe oplosbaarheid in water en de hechte binding aan de bodem beperken de biologische beschikbaarheid van abamectine in niet-doelorganismen en voorkomen bovendien dat de stof uitspoelt in het grondwater of in het aquatisch milieu terechtkomt.