Afuera o Fuera?
Het Spaans zit vol met bijwoorden, en veel ervan worden veel gebruikt in onze dagelijkse taal. Als je ze uitspreekt, vallen sommige fouten vaak niet op, maar als je ze probeert te schrijven, wordt het pas echt moeilijk om duidelijkheid te krijgen over wat de juiste vorm is.
Het artikel van vandaag gaat in op dit probleem, door te analyseren of je buiten of buiten moet schrijven, twee woorden die bijna hetzelfde worden gespeld, maar hun verschillen hebben, die goed zijn om te weten om spelfouten te voorkomen.
Enige voorbeelden van twijfels over het schrijven van bijwoorden zijn encima of ensima, harto of arto en acaso of een caso, onder andere. We laten u zien hoe u schrijft: afuera of fuera.
Fuera
‘Fuera’ is een bijwoord van plaats, waarvan de betekenis is ‘aan de buitenkant’ of ‘naar buiten’, en wordt gebruikt samen met werkwoorden van toestand of beweging, dus wordt het voorafgegaan door de voorzetsels de, desde, para, por en hacia (nooit het voorzetsel ‘a’).
- Ga uit de auto.
- De kat was buiten het huis.
- De deuren waren op slot en we stonden buiten.
Wanneer we het voorzetsel ‘van’ voor het woord plaatsen, wordt het een bijwoordelijke bepaling die ‘iets of iemand die van een plaats komt ver weg van waar we zijn’ aanduidt.
- Juan komt van buiten, hij woont hier niet.
Afuera
‘Afuera’ is een bijwoord van plaats dat erkend is door het Diccionario de la Real Academia Española (RAE), maar waarvan de exacte betekenis is ‘iets dat zich buiten de plaats bevindt waar men zich bevindt’. In Spanje wordt het meestal alleen gebruikt met werkwoorden van beweging, maar in Latijns-Amerika wordt het gebruikt met werkwoorden van beweging en van staat. Voorbeelden:
- Mejor salgamos afuera (naar buiten); het is hier te warm.
- Se me ha quedado el coche afuera (en el exterior)
- El ruido viene de afuera (desde el exterior)