Alexander Scriabin
Scriabin was het enige kind in een gezin met een aristocratische achtergrond. Hij was er altijd trots op dat hij op eerste kerstdag geboren was (6 januari is eerste kerstdag in de Russisch-orthodoxe kerk). Zijn moeder stierf toen hij een jaar oud was en zijn vader bracht het grootste deel van zijn tijd in het buitenland door, waar hij als diplomaat werkte. Hij werd opgevangen door zijn tante, grootmoeder en oudtante, die zich allemaal om hem ontfermden, zodat hij een zeer verwend kind was. Toen hij opgroeide was hij erg klein en zijn handen konden maar net een octaaf (acht noten) op de piano strekken.
Scriabin werd opgeleid in het Moskouse Cadetten Corps. Hij leerde piano spelen en raakte bevriend met de componist Sergej Rachmaninoff, die slechts één jaar jonger was. Hij won de tweede gouden medaille die ooit aan het Conservatorium van Moskou werd uitgereikt (Rachmaninoff had de eerste gewonnen). Hij oefende een stuk genaamd Islamey van Balakirev maar beschadigde daarbij zijn rechterhand. Hij slaagde er toch in zijn carrière als pianist voort te zetten, maar hij schreef een paar pianostukken voor alleen de linkerhand. In 1895 toerde hij door vele landen in Europa om concerten te geven en veel pianomuziek te componeren. Hij trouwde in 1897. Hij ging met zijn vrouw naar Odessa waar hij zijn Pianoconcert speelde en verbleef daarna enkele maanden in Parijs. Hij gaf les aan het Conservatorium van Moskou en schreef enkele belangrijke orkestwerken. Later verliet hij zijn vrouw en kinderen en ging voor enkele jaren naar Europa met een andere vrouw. Zij inspireerde hem tot veel van zijn muziek. Scriabin bleef reizen en piano spelen tot het einde van zijn leven. Toen hij in 1914 in Londen was, kreeg hij een steenpuist op zijn lip, die steeds erger werd tot hij een jaar later stierf.