Aminozuurtekort: Klinische symptomen en oorzaken
Het uremiesyndroom is multifactorieel, en beïnvloedt de meeste weefsels en organen. Verstoringen in het eiwit- en aminozuurmetabolisme kunnen een belangrijke rol spelen, vooral bij chronische uremie, hetzij direct, hetzij door de productie van toxische metabolieten, met als gevolg een negatieve stikstof(N)-balans, spieratrofie, verminderde eiwitsynthese, en karakteristiek abnormale intracellulaire vrije aminozuurconcentraties. Er zijn ook duidelijk abnormale aminozuurconcentraties in het plasma van uremische patiënten, b.v. een toename van geconjugeerde aminozuren, hoge concentraties van verschillende niet-essentiële en lage concentraties van essentiële aminozuren. De verhoudingen tyrosine/fenylalanine en valine/glycine zijn verlaagd. De lage tryptofaan-spiegels kunnen bijdragen tot encefalopathie als gevolg van een onevenwicht in de synthese van neurotransmitters. Citrulline wordt in overmaat aangetroffen; de verklaring hiervoor is onopgehelderd. Er zijn verhoogde concentraties van de zwavelhoudende aminozuren: cystine, taurine, cystathionine, en homocysteïne. Een teveel aan homocysteïne is betrokken bij de atherogenese van nierfalen. Een verstoord metabolisme en een verstoorde uitwisseling van aminozuren tussen organen in de uremische toestand verklaart een aantal van de afwijkingen in weefsel- en plasmaconcentraties van individuele aminozuren. Enzymatische defecten zijn betrokken bij het verstoorde metabolisme van vertakte-keten aminozuren (BCAA), met mogelijk onderling antagonisme, hetgeen de groei en het aminozuurgebruik belemmert. Koolhydraatintolerantie, geassocieerd met ongevoeligheid van perifere weefsels voor insuline en hyperinsulinemie, leidt tot een daling van het plasma BCAA. De snelheid van de eiwitsynthese in normale en pathologische omstandigheden is nauwer verbonden met de intracellulaire aminozurenpool dan met de plasma aminozuurniveaus. Concentraties van individuele aminozuren in de plasma pool zijn slechte indicatoren van hun intracellulaire concentraties. Spieren bevatten de grootste pool van proteïne en vrije aminozuren in het lichaam. Bij patiënten met chronisch nierfalen zijn de intracellulaire concentraties van valine, threonine, lysine, en carnosine laag. Bij eiwitarme diëten en bij hemodialyse zijn serine, tyrosine en taurine vaak ook laag. Het lage taurinegehalte kan verband houden met vermoeidheid en met uremische cardiomyopathieën. De algemeen gebruikte aminozuursupplementen slagen er over het algemeen niet in de intracellulaire aminozuurtekorten te corrigeren. Een “Nieuwe Formule” is ontwikkeld om deze intracellulaire aminozuur abnormaliteiten te corrigeren, en om een laag proteïne dieet aan te vullen. Het levert meer valine dan leucine, meer tyrosine en threonine, en minder histidine, leucine, isoleucine, lysine, methionine, en fenylalanine dan in formules die gewoonlijk gebruikt worden voor patiënten met chronisch nierfalen. Het is niet zeker of andere ap