Ancient Trade Issues
Handel over lange afstand is een blijvend kenmerk in de geschiedenis van beschavingen. Ook al is hij beperkt, hij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van ideeën en culturen. Tot de 16e eeuw vond er echter slechts beperkte handel plaats om twee belangrijke redenen:
- Aard van de handel. De markt had de neiging beperkt van omvang te zijn, zelfs waar er grote bevolkingsgroepen waren. De inkomensniveaus waren laag, en buiten de elite was er een beperkt vrij besteedbaar inkomen. Daarom waren veel handelsartikelen luxegoederen met een hoge waarde (b.v. specerijen, edelstenen, parfums) die het gezamenlijke voordeel boden van een betere mobiliteit en vraaggerichtheid. Toch was, wanneer zeevervoer en riviervaart beschikbaar waren, lange-afstandshandel in bulkgoederen zoals graan, wijn en olijfolie mogelijk.
- Beperkende factoren. De belangrijkste technische beperking voor de handel was de beperkte capaciteit en snelheid van het vervoer over land, wat impliceert dat de lange-afstandshandel op zee was gericht. Deze maritieme focus was echter een risicofactor vanwege de onbetrouwbare navigatie. Verschillende munteenheden en meeteenheden belemmerden verder de handel, zelfs als die op goud of zilver gebaseerd was. De hoge waarde van handelsgoederen vormt een sterke prikkel om ze te belasten, zodat telkens wanneer een goed een rechtsgebied zoals een stadstaat binnenkwam, er een tarief werd geheven. Verder vormde de hoge waarde van goederen ook een risico voor piraterij en de extra beveiligingskosten die dit met zich meebracht.
Er waren uitzonderingen op deze algemene voorwaarden die de lange-afstandshandel meer gangbaar maakten. De Chinese en Romeinse rijken beschikten over uitgebreide transportsystemen en ondersteunden een actieve handel die verband hield met hun relatieve welvaart.