Anton-Babinski syndroom

Assessment | Biopsychology | Comparative |Cognitive | Developmental | Language | Individual differences |Personality | Philosophy | Social |
Methods | Statistics |Clinical | Educational | Industrial |Professional items |World psychology |

Clinical:Benaderingen – Groepstherapie – Technieken – Soorten problemen – Specialisatiegebieden – Taxonomieën – Therapeutische kwesties – Modi van levering – Model vertaalproject – Persoonlijke ervaringen –

Anton-Babinski syndroom is een zeldzaam symptoom van hersenbeschadiging die optreedt in de occipitale kwab. Mensen die eraan lijden zijn “corticaal blind”, maar beweren, vaak zeer hardnekkig en ondanks duidelijke bewijzen van hun blindheid, dat zij in staat zijn te zien. Het niet kunnen zien wordt door de lijder weggewuifd door confabulatie. Het is genoemd naar Gabriel Anton en Joseph Babinski.

Kenmerken

Anton-Babinski syndroom wordt meestal gezien na een beroerte, maar kan ook gezien worden na hoofdletsel. Het wordt goed beschreven door de neuroloog Macdonald Critchley:

De plotselinge ontwikkeling van bilaterale occipitale disfunctie zal waarschijnlijk voorbijgaande lichamelijke en psychische effecten teweegbrengen waarbij mentale verwarring prominent kan zijn. Het kan enkele dagen duren voordat de familieleden, of het verplegend personeel, tot het feit komen dat de patiënt feitelijk zonder gezichtsvermogen is geworden. Dit komt niet alleen omdat de patiënt gewoonlijk niet vrijwillig meedeelt dat hij blind is geworden, maar hij misleidt bovendien zijn omgeving door zich te gedragen en te praten alsof hij ziende is. De aandacht wordt echter gewekt wanneer blijkt dat de patiënt tegen meubelen botst, over voorwerpen valt en moeilijkheden ondervindt om zijn weg te vinden. Hij kan proberen door een muur of door een gesloten deur te lopen op weg van de ene kamer naar de andere. De verdenking wordt nog groter wanneer hij mensen en voorwerpen om zich heen begint te beschrijven die er in feite helemaal niet zijn.

Dus hebben we de tweeling-symptomen van anosognosie (of gebrek aan bewustzijn van een defect) en confabulatie, waarbij het laatste zowel de spraak als het gedrag beïnvloedt.

Het syndroom kan idealiter worden geconceptualiseerd als het omgekeerde van blindziendheid: een syndroom waarbij een deel van het gezichtsveld als volledig buiten werking wordt ervaren, maar waarbij in feite wel enige betrouwbare waarneming plaatsvindt.

Oorzaken

Waarom patiënten met het Anton-Babinski syndroom hun blindheid ontkennen is niet bekend, hoewel er vele theorieën zijn. Eén theorie is dat schade aan de visuele cortex resulteert in het onvermogen om te communiceren met de spraak-taalgebieden van de hersenen. Visuele beelden worden ontvangen, maar kunnen niet worden geïnterpreteerd; de spraakcentra van de hersenen verwarren een antwoord.

Zie ook

  • Corticale blindheid
  • Anosognosie
  1. Macdonald Critchley, “Modes of reaction to central blindness”, in Critchley, 1979, p. 156
  2. Prigatano, George P.; Schacter, Daniel L (1991). Bewustzijn van tekort na hersenletsel: klinische en theoretische vraagstukken, 53-60, Oxford : Oxford University Press.