Aotusapen: hun grote waarde voor het testen van anti-malaria vaccins en geneesmiddelen
Niet-menselijke primaten vertegenwoordigen een waardevolle bron voor het testen van potentiële kandidaat-vaccins en geneesmiddelen voor menselijk gebruik. Malaria blijft een van de grootste lasten voor de mensheid met ongeveer 500 miljoen nieuwe klinische gevallen per jaar wereldwijd en ten minste twee miljoen sterfgevallen per jaar. Aanvullende controlemaatregelen zoals vaccins en nieuwe antimalariamiddelen zijn daarom dringend noodzakelijk. Studies naar de veiligheid en de beschermende werking in diermodellen zijn kritische stappen voor de ontwikkeling van vaccins en geneesmiddelen en primaatmodellen zijn hiervoor waarschijnlijk het meest geschikt. Hoewel het Aotus-geslacht verscheidene soorten omvat die zowel gevoelig zijn voor Plasmodium falciparum als voor Plasmodium vivax, met een verschillende gevoeligheid voor malaria, vertegenwoordigt Aotus lemurinus griseimembra het beste huidige malaria-primatenmodel wegens zijn hoge gevoeligheid voor infectie door bloedvormen en sporozoieten van beide Plasmodium-soorten. Hoewel de uiteindelijke validering van dit model afhangt van proeven bij de mens, zijn deze apen in de afgelopen twee decennia zeer nuttig gebleken voor het testen van verscheidene kandidaten voor een malariavaccin voordat de proeven bij de mens werden uitgevoerd. Er is een goede correlatie gedocumenteerd tussen de B- en T-cel epitopen die door de mens en door geïmmuniseerde apen worden herkend, en er zijn kruisreacties geïdentificeerd tussen reagentia voor menselijke en Aotus-cytokines en lymfocytenmarkers, wat de selectie van kandidaat-vaccins voor klinische proeven vergemakkelijkt. Aotus vertegenwoordigt ook een goed model voor het screenen van anti-malariamedicijnen en voor het begrijpen van de pathogenese van malaria. Gezien de afnemende beschikbaarheid van deze primaten, moeten fokprogramma’s en biomedische onderzoeksfaciliteiten worden verbeterd in landen van herkomst van primaten.