Aphrodite en Anchises
Er was een tijd dat Aphrodite verlangde naar een mooie jongeman uit Troje. Zijn naam was Anchises. Om hem te verleiden, besloot Aphrodite zichzelf in een sterfelijke vrouw te veranderen. Zij ging naar haar thuisland Paphos, op Cyprus, waar de Gratiën haar baadden en parfumeerden. Daarna kleedde zij zich mooi aan en veranderde in een jonge prinses uit Phrygia, in het huidige Turkije.
Koortsachtig ging zij naar de berg Ida om Anchises te ontmoeten, die daar zijn vee hoedde, voor hem ging staan en zei:
“Anchises, mijn vader wil dat ik met je trouw, omdat je van adel bent.
Ik ben van ver gekomen, alleen voor jou.
En ik weet hoe ik jullie taal moet spreken, want ik ben opgevoed door een Trojaanse voedster.”
Geraakt door de liefde, en niet echt wetend wat hij deed, legde Anchises zich naast Aphrodite. Het paar baarde twee zonen, Aeneas (de mythische voorvader van de Romeinen) en Lyros.
Maar op een dag besloot Aphrodite haar eigenlijke kleren weer aan te trekken en haar ware identiteit te onthullen. Langzaam ging ze naar Anchises bed en vroeg hem:
“Zeg me, zie ik er nog hetzelfde uit als op de dag dat je me voor het eerst zag?”
Anchises werd doodsbang en smeekte de godin zijn leven te sparen.
“Je hoeft niet bang te zijn, als je maar belooft aan niemand te vertellen dat je met een godin naar bed bent geweest…”, zei Aphrodite tegen hem.
Er kwam echter al snel een dag dat Anchises dronken werd en tegen vrienden begon op te scheppen dat hij bemind werd door de godin Aphrodite zelf.
Toen Zeus, de koning der goden, achter zijn arrogantie kwam, werd hij zeer geërgerd. Boos sloeg hij Anchises met zijn rokende bliksemschicht en verlamde de held.