Apliet

Apliet is een fijnkorrelig stollingsgesteente. De meeste aplieten zijn granitisch van samenstelling – de hoofdbestanddelen zijn veldspaten en kwarts. Apliet wordt geassocieerd met granietgesteenten die qua samenstelling vergelijkbaar zijn en ze kunnen geassocieerd zijn met pegmatieten.

Apliet gesteentemonster

Graniet (linksboven) en aplietader (rechtsonder) die er doorheen snijdt. Apliet en graniet lijken qua samenstelling op elkaar, maar verschillen sterk qua korrelgrootte. Graniet werd eerder gevormd en zijn kristallen hadden, naar het schijnt, ruim de tijd om te groeien. De ader drong het reeds gestolde granietgesteente binnen en stolde snel door het snelle warmteverlies. De breedte van het Zwitserse monster is 12 cm.

kwarts en veldspaat zijn vaak met elkaar vergroeid in apliet om een grafische textuur te vormen, maar dit is met het blote oog niet te zien door de zeer kleine korrelgrootte van aplitische gesteenten. Aplieten vormen smalle dijken en aders die in het algemeen minder dan een meter dik zijn en vaak veel minder dan dat. Aplitische aders zijn soms maar centimeters dik. Aplieten komen voor binnen granietintrusies of binnen landgesteente dat de granietintrusie omringt. In beide gevallen vormt het een smal intrusief gesteentelichaam binnen andere gesteenten. Apliet is fijnkorrelig omdat het relatief snel stolt als gevolg van snel warmteverlies naar het omringende koelere landgesteente.

Aplieten zijn vaak geassocieerd met pegmatieten. Pegmatitisch magma is rijk aan vluchtige bestanddelen, waardoor het beduidend minder viskeus is. Chemische elementen kunnen zich in dergelijk magma betrekkelijk vrij bewegen, hetgeen betekent dat eenmaal gevormde kristallen kunnen blijven groeien omdat de noodzakelijke bouwstenen daar aanwezig zijn. Wanneer dergelijk magma zijn vluchtige bestanddelen verliest omdat ze hoger migreren, wordt het veel dikker en stolt het zoals normaal graniet doet. Omdat het echter snel warmte verliest, vormt zich een zeer fijnkorrelige textuur in plaats van de normale verschijningsvorm van granietgesteente.