Arboriculture
Arboriculture (/ˈɑːrbərɪkʌltʃər/) is het kweken, beheren en bestuderen van individuele bomen, struiken, wijnstokken en andere overblijvende houtige planten. De wetenschap van de boomteelt bestudeert hoe deze planten groeien en reageren op culturele praktijken en op hun omgeving. De praktijk van de boomkwekerij omvat cultuurtechnieken zoals selectie, aanplant, training, bemesting, bestrijding van plagen en ziekteverwekkers, snoeien, vormgeven en verwijderen.
Een persoon die boomverzorging beoefent of bestudeert, kan een “boomverzorger” of een “boomverzorger” worden genoemd. Een “boomchirurg” is meer iemand die is opgeleid in het fysieke onderhoud en de manipulatie van bomen en die daarom meer deel uitmaakt van het boomkwekerijproces dan een “boomverzorger”. Risicobeheer, juridische kwesties en esthetische overwegingen zijn een prominente rol gaan spelen in de praktijk van de boomteelt. Bedrijven moeten vaak boomkwekers inhuren om “boomrisico-onderzoeken” uit te voeren en in het algemeen de bomen ter plaatse te beheren om aan de verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid op het werk te voldoen.
Arboricultuur is in de eerste plaats gericht op individuele houtachtige planten en bomen die worden onderhouden voor permanente landschaps- en belevingsdoeleinden, gewoonlijk in tuinen, parken of andere bevolkte omgevingen, door boomverzorgers, voor het plezier, de bescherming en het voordeel van mensen.
Arboriculturele aangelegenheden worden ook beschouwd als behorend tot de praktijk van de stedelijke bosbouw, maar de duidelijke en afzonderlijke scheidingen zijn niet onderscheiden of discreet.