ARCA: Anti-PR3- en anti-MPO-antilichamen zijn niet aanwezig in sera van patiënten met longtuberculose.

Anti-neutrofiele cytoplasmatische antilichamen (ANCA) zijn auto-antilichamen gericht tegen intracellulaire componenten van neutrofielen en komen voor bij diverse vasculitische syndromen. Recentelijk zijn deze autoantilichamen ook beschreven bij andere auto-immuunziekten en bij infectieziekten zoals tuberculose (TB). Aangezien er klinische overeenkomsten zijn tussen TB en granulomatosis met polyangiitis, hebben wij gezocht naar ANCA in een groep patiënten met bewezen TB. Patiënten met TB bevestigd door röntgenfoto’s van de borst en sputum bacilloscopie, voor of binnen 30 dagen na het begin van de behandeling, werden in deze studie opgenomen. Anti-MPO en anti-PR3 antilichamen werden onderzocht met goed gestandaardiseerde ELISA kits (INOVA Diagnostics, Inc.). ANCA werden ook onderzocht met indirecte immunofluorescentie (IIF). Vijftig TB-patiënten (26 vrouwen, gemiddelde leeftijd 47,34 ± 17 jaar) werden in de huidige studie opgenomen. Geen enkele patiënt testte positief voor ANCA door IIF, of anti-MPO of anti-PR3 antilichamen door ELISA. Hoewel eerdere studies de aanwezigheid van ANCA bij sommige infectieziekten hebben aangetoond, toonden de bevindingen van de huidige studie de afwezigheid van dergelijke antilichamen bij TB aan. De discrepantie in de prevalentie van ANCA bij TB tussen verschillende studies kan worden toegeschreven aan methodologische factoren en/of de genetische achtergrond van de bestudeerde populaties.