Arianrhod

Volgens de Vierde Tak (circa 12e eeuw) zou de oom van Arianrhod, Math fab Mathonwy, sterven als hij zijn voeten niet in de schoot van een maagd hield wanneer hij niet in oorlog was. Gilfaethwy krijgt een oogje op Math’s oorspronkelijke voetenvrouw, de mooie Goewin, en hij en zijn broer Gwydion organiseren een oorlog met koning Pryderi van het koninkrijk Dyfed, waardoor Math gedwongen wordt zijn hof te verlaten. Tijdens Math’s afwezigheid verkracht Gilfaethwy Goewin. Als Math terugkeert straft hij zijn neven streng door ze te veranderen in een serie paartjes dieren, en trouwt Goewin om haar schaamte te verlichten. Hij moet echter een nieuwe maagd vinden om zijn voeten vast te houden.

Gwydion stelt zijn zuster, Arianrhod, voor. Om haar maagdelijkheid te testen, zegt Math haar over zijn tovenaarsstaf te stappen. Als zij dit echter doet, baart zij onmiddellijk een jongetje, Dylan ail Don, en een blob-achtige entiteit die Lleu Llaw Gyffes wordt. Dylan is een zeegeest, die onmiddellijk na zijn doop naar de oceaan vlucht. Gwydion grijpt Lleu Llaw Gyffes voordat iemand anders hem ziet en stopt hem in een kist. Al snel wordt het een jongen die twee keer zo snel groeit als normaal; als hij vier is, is hij zo groot als een achtjarige. Gwydion neemt hem mee naar zijn moeder in haar huis, Caer Arianrhod.

Arianrhod was echter boos over haar vernedering aan het hof van Math. Zij legt de jongen een tynged (een geis of taboe) op dat hij nooit een naam zal hebben, tenzij zij die aan hem geeft. Gwydion vermomt de jongen als schoenmaker en keert terug naar Caer Arianrhod; terwijl Arianrhod wordt gepast, ziet zij de jongen een winterkoninkje doden met een enkele steen en merkt op dat de blonde (“lleu”) een vaardige hand heeft (“llaw gyffes”). Gwydion onthult de vermomming, en zegt dat ze haar zoon zojuist een naam heeft gegeven – Lleu Llaw Gyffes. Arianrhod legt dan een tweede tynged op Lleu, dat hij nooit de wapens zou opnemen tenzij zij hem bewapende. Een paar jaar later keren Gwydion en Lleu terug naar Caer Arianrhod, ditmaal vermomd als barden. Gwydion is een volleerd verteller en vermaakt haar hof. Die nacht, terwijl iedereen slaapt, tovert hij een vloot oorlogsschepen tevoorschijn. Arianrhod geeft haar gasten wapens en harnassen om haar te helpen vechten, waarmee ze haar tweede vloek wegneemt. Wanneer Gwydion het bedrog onthult, legt Arianrhod een laatste tynd op aan Lleu: hij zou nooit een vrouw krijgen van welk ras dan ook dat zich nu op deze aarde bevindt. Gwydion en Math verbreken uiteindelijk deze vloek door een vrouw te scheppen uit eikenbloesem, brem en moerasspirea; zij krijgt de naam Blodeuwedd (“bloemengezicht”).

Met haar vervloekingen ontzegde Arianrhod Lleu de drie aspecten van mannelijkheid: een naam, wapens en een vrouw.