así | Definition | Diccionario de la lengua española

Van lat. sic.

1. adv. dem. Op deze of die manier, op de manier die net genoemd is of nog genoemd moet worden. Wilt u uw koffie zo? Het ging allemaal heel snel en heel gemakkelijk; niemand had gedacht dat het zo zou uitpakken. Het gebeurde zo: de jongen was aan het rennen en zag de greppel niet.

2. adv. dem. Geeft de kwaliteit aan die wordt aangegeven door het bijvoeglijk naamwoord of het bijwoord dat erop volgt. U. gevolgd door het voorzetsel de. Ik herinnerde me ze niet zo hoog. zo goed heb je ze geschilderd?

3. adv. dan, daarom. Ze vulden elkaar goed aan, en wat de een tekort kwam, maakte de ander goed.

4. adv. bijvoorbeeld. Het dierenrijk omvat verschillende soorten. Zo hebben een schaaldier en een reptiel zeer uiteenlopende kenmerken.

5. adv. desus. Ook, gelijk. Aan de zeer hoge en dus verlichte prinses Doña Isabel, de derde in naam.

6. adv. desus. Op zo’n manier. Het was u. in correlatie met de conjunctie que met opeenvolgende waarde. Zo hadden zijn smarten hem misvormd, dat ik hem nooit gekend heb.

7. conj. Hoewel, toch. U. om zinnen in te leiden in de aanvoegende wijs. Ik zal hem vinden, al moet ik het hele huis doorzoeken.

8. conj. of (‖ voor twee tegengestelde begrippen). U. in correlaties. Hij zal terugkeren, zelfs zo in een minuut, zelfs zo in een maand.

9. conj. p. us. Allebei, op dezelfde manier. U. in correlatie met het voegwoord als met copulatieve waarde. Deugdzaamheid dwingt respect af zowel van de goeden als van de slechten.

10. adj. gelijkaardig, gelijkaardig, van deze of gene soort. Met zo’n loon kan men niet leven.

11. interj. hopelijk. Zo sterft hij.

as así así

1. loc. adv. middelmatig of middelmatig. U. t. c. loc. adj.

zoals

1. loc. conj. Het introduceert de laatste term van een copulatieve coördinatie. De gebeurtenis werd bijgewoond door haar ouders, haar broers, haar kinderen, evenals haar ex-echtgenoot

2. loc. adv. as soon as. Zodra hij kwam, was het stil.

3. loc. adv. dat vergelijking aanduidt. Alle gefokte dingen hebben een beperkte essentie, dus hebben ze een beperkte macht. U. t. c. loc. conjunt.

evenals

1. loc. adv. op enigerlei wijze. Je kunt de beslissing niet zomaar nemen.

zoals dat

1. loc. adj. colloq. veel (‖ talrijk). U. in nadrukkelijk gezonden. Hoewel we vroeg gingen, waren er zoveel mensen.

dus

1. loc. conj. zo (‖ dienovereenkomstig).

zo of zo, of zo of zo

1. colloqs. exprs. so that so.

thus

1. loc. adv. accordingly, wherefore.

so that

1. loc. conj. Bijgevolg, waarom, waarom. De vijand had de brug doorgesneden, zodat het niet mogelijk was verder te gaan.

2. loc. adv. as soon as. Zo dageraad zal de strijd gestreden worden.

zo asa, of zo geroosterd

1. exprs. coloqs. Onafhankelijk van de manier.

zoals zo

1. loc. adv. zo als zo.