Bètablokkers

Bètablokkers (middelen die de bèta-adrenoceptor blokkeren) werken voornamelijk door de activiteit van het hart te verminderen door de werking van hormonen zoals adrenaline te blokkeren.

Bètablokkers zijn receptplichtige geneesmiddelen (POMS), wat betekent dat ze alleen kunnen worden voorgeschreven door een huisarts of een andere voldoende gekwalificeerde zorgverlener.

Voorbeelden van veelgebruikte bètablokkers zijn onder meer:

  • atenolol (Tenormin)
  • bisoprolol (Cardicor, Emcor)
  • carvedilol
  • metoprolol (Betaloc, Lopresor)
  • nebivolol (Nebilet)
  • propranolol (Inderal)

Toepassingen van bètablokkers

Bètablokkers kunnen worden gebruikt voor de behandeling van:

  • angina – pijn op de borst veroorzaakt door vernauwing van de slagaders die het hart van bloed voorzien
  • hartfalen – falen van het hart om voldoende bloed rond te pompen in het lichaam
  • atriumfibrilleren – onregelmatige hartslag
  • hartaanval – een noodgeval waarbij de bloedtoevoer naar het hart plotseling wordt geblokkeerd
  • hoge bloeddruk – wanneer andere medicijnen zijn geprobeerd, of als aanvulling op andere geneesmiddelen

Minder vaak worden bètablokkers gebruikt om migraine te voorkomen of te behandelen:

  • een overactieve schildklier (hyperthyreoïdie)
  • angststoornissen
  • tremor
  • glaucoom – als oogdruppels

Er zijn verschillende soorten bètablokkers, en elk heeft zijn eigen kenmerken. Welk type aan u wordt voorgeschreven, hangt af van uw aandoening.

Wie kan bètablokkers gebruiken

Voordat u bètablokkers gebruikt, moet u ervoor zorgen dat uw arts op de hoogte is van eventuele andere aandoeningen die u hebt, omdat ze mogelijk niet geschikt zijn om te gebruiken.

Zorg ervoor dat u het uw arts vertelt als u een voorgeschiedenis heeft van:

  • astma of enige vorm van longaandoening
  • hartaandoening
  • nieraandoening
  • diabetes – vooral als u vaak episodes van lage bloedsuikerspiegel hebt
  • allergische reactie op enige medicatie

Uw huisarts kan u adviseren over welk geneesmiddel u moet gebruiken als u zwanger bent of borstvoeding geeft.

Het is belangrijk dat u niet stopt met het gebruik van bètablokkers zonder uw huisarts om advies te vragen. In sommige gevallen kan plotseling stoppen met het medicijn uw aandoening verergeren.

Interacties met andere geneesmiddelen

Bètablokkers, waaronder oogdruppels met bètablokkers, kunnen een wisselwerking hebben met andere geneesmiddelen, waardoor de werking van een van de geneesmiddelen verandert.

Lees de bijsluiter die bij uw geneesmiddel zit om te controleren of het veilig is om het samen met bètablokkers te gebruiken. Als u het nog niet zeker weet, kunt u het ook aan uw huisarts of apotheker vragen.

Enkele van de meer gebruikelijke geneesmiddelen die een wisselwerking kunnen hebben met bètablokkers zijn:

  • anti-aritmica – gebruikt om onregelmatige hartslag te controleren
  • antihypertensiva – gebruikt om de bloeddruk te verlagen
  • antipsychotica – gebruikt om ernstige psychische problemen te behandelen
  • clonidine – gebruikt om hoge bloeddruk en migraine te behandelen
  • mefloquine – gebruikt om malaria te behandelen of te voorkomen

Bijwerkingen van beta-de meeste mensen die bètablokkers nemen, hebben geen of zeer lichte bijwerkingen die na verloop van tijd minder hinderlijk worden.

Neem contact op met uw huisarts als u symptomen ervaart die uw dagelijks leven beïnvloeden. Die kan met u bespreken of de klachten een gevolg zijn van de medicijnen en wat u kunt doen.

Rijd niet als u zich duizelig of moe voelt, of als uw gezichtsvermogen is aangetast.

Symptomen die vaak worden gemeld door zowel mensen die bètablokkers nemen als mensen die een dummy-medicijn (placebo) nemen, zijn onder meer:

  • duizeligheid
  • vermoeidheid
  • wazig zien
  • koude handen en voeten
  • langzame hartslag
  • diarree en misselijkheid

Minder vaak voorkomende verschijnselen zijn onder meer:

  • slaapstoornissen (slapeloosheid)
  • verlies van zin in seks (libido)
  • depressie
  • problemen met het krijgen of behouden van een erectie (impotentie)

Als u zich onwel voelt na het gebruik van bètablokkers of zich zorgen maakt, spreek dan met uw huisarts of apotheker, of bel de NHS 24 111-dienst.

U kunt vermoedelijke bijwerkingen ook melden via het Yellow Card Scheme.

Gemiste of extra doses

Neem contact op met uw huisarts of bel de NHS 24 111-dienst als u per ongeluk een of meer extra doses bètablokkers heeft ingenomen. Zij kunnen u adviseren over wat u moet doen.

De meeste bètablokkers worden eenmaal daags ingenomen, met uitzondering van bepaalde bètablokkers die tijdens de zwangerschap worden gebruikt en Sotalol, dat 2 of 3 maal daags wordt toegediend.

Als u een dosis van uw bètablokker vergeet in te nemen, moet u de bijsluiter raadplegen die bij uw geneesmiddel wordt geleverd. Deze moet advies bevatten over wat u in deze situatie moet doen.

Doubeer nooit een dosis tweemaal in om een gemiste of vergeten dosis van een bètablokker in te halen.

Uw huisarts of apotheker kan u ook verder advies geven.