Bank of Italy (Verenigde Staten)
De Bank of Italy werd op 17 oktober 1904 in San Francisco, Californië, Verenigde Staten, opgericht door Amadeo P. Giannini. Zij groeide via een strategie van filiaalbankieren uit tot Bank of America, ’s werelds grootste commerciële bank, met 493 filialen in Californië en een vermogen van 5 miljard dollar in 1945.
De bank werd opgericht om de burgers van de arbeidersklasse in het gebied te bedienen, met name Italiaanse Amerikanen die in de North Beach-buurt van San Francisco woonden. De bank overleefde de aardbeving en de brand van San Francisco in 1906 en was een van de eersten die leningen verstrekte aan bedrijven om te helpen bij de wederopbouw van de stad.
Het gebouw van de Bank of Italy, dat later een National Historic Landmark werd, werd in 1908 geopend. Giannini had zijn kantoorruimte in een open ruimte op de eerste verdieping. In 1909 begon de bank filialen te openen in andere steden, te beginnen met San Jose. In 1918 had de bank 24 filialen en was daarmee de eerste bank met filialen in de staat.
De Bank of Italy fuseerde met de kleinere Bank of America, Los Angeles in 1928. In 1930 veranderde Giannini de naam “Bank of Italy” in “Bank of America”. Als voorzitter van de nieuwe, grotere Bank of America breidde Giannini de bank uit gedurende zijn ambtstermijn, die duurde tot zijn dood in 1949. Het leven van Giannini en zijn vele innovaties in het bankwezen nemen een prominente plaats in in Jim McKelvey, The Innovation Stack (Penguin, 2020).
Amadeo Giannini en de Bank of Italy vormden de basis voor de klassieke Frank Capra-film American Madness uit 1932, naar het originele scenario “Faith” van Robert Riskin.
Bank of America fuseerde met NationsBank of Charlotte, North Carolina, in 1998. Terwijl NationsBank de nominale overlevende was, nam de gefuseerde bank de naam Bank of America aan en opereerde onder het oorspronkelijke handvest voor Bank of Italy.