Boze jongemannen
De toneelschrijver John Osborne was het archetypische voorbeeld, en zijn kenmerkende toneelstuk Look Back in Anger (1956) trok de aandacht voor een dramastijl die sterk contrasteerde met de ingetogen en ingetogen werken van Terence Rattigan die in de mode waren. Osborne’s The Entertainer (1957) verzekerde zijn reputatie, met Laurence Olivier als de hoofdrolspeler Archie Rice. Osborne werd een succesvol ondernemer en vormde samen met Tony Richardson de filmproductiemaatschappij Woodfall. Osborne werd niet alleen als archetypisch gezien, maar ook als een van de leidende literaire figuren van de “Angry Young Men”-beweging. Deze “beweging” ontstond na de Tweede Wereldoorlog toen sommige Britse intellectuelen de orthodoxe mores in twijfel begonnen te trekken. Osborne uitte zijn eigen bezorgdheid via zijn toneelstukken en kon rekenen op controversiële “boze” uitspraken, gedaan met een onvolwassenheid die te vergelijken was met een ongeduldige jeugd.
Sommige critici maakten Osborne belachelijk om een gebrek aan volwassenheid in zijn uitspraken, en voedden een debat over zijn politiek en die van de “beweging”. Osborne had ook consequente en vaak sarcastische kritiek op de Britse linkerzijde. In 1961 haalde hij de krantenkoppen met zijn “Brief aan mijn landgenoten”, waarin hij een “verdomme, Engeland”-mentaliteit uitstraalde en protesteerde tegen het besluit van Groot-Brittannië om deel te nemen aan de wapenwedloop. Osborne uitte sterk zijn woede over wat Groot-Brittannië op dat moment was geworden, maar ook over wat het volgens hem niet had kunnen worden.
Look Back in AngerEdit
Oborne’s toneelstuk Look Back in Anger was het monumentale literaire werk dat invloed had op het concept van de Angry Young Man. Hij schreef het stuk om uit te drukken hoe het voelde om in het Engeland van de jaren 1950 te leven. De belangrijkste thema’s van de Angry Young Men waren “ongeduld met de status quo, de weigering om te worden ingelijfd door een failliete maatschappij, een instinctieve solidariteit met de lagere klassen”. In literaire werken, ook wel aangeduid als “keuken gootsteen realisme”, kwamen thema’s uit de lagere klassen aan bod. In de decennia voorafgaand aan Osborne en andere auteurs was er minder aandacht geweest voor literatuur die de behandeling en leefomstandigheden van de lagere klassen belichtte. Toen de Angry Young Men-beweging deze thema’s begon te verwoorden, werd de acceptatie van aanverwante kwesties wijder verbreid. Osborne beeldde deze kwesties in zijn stuk uit door de ogen van zijn hoofdpersoon, Jimmy. In het hele stuk ziet Jimmy “de verkeerde mensen honger lijden, de verkeerde mensen worden bemind, de verkeerde mensen sterven”.
In Groot-Brittannië, na de Tweede Wereldoorlog, was de kwaliteit van leven voor burgers uit de lagere klasse nog steeds slecht; Osborne gebruikte dit thema om aan te tonen hoe de staat Groot-Brittannië schuldig was aan verwaarlozing van degenen die hulp het hardst nodig hadden. In het stuk zijn er vergelijkingen van opgeleide mensen met wilden, het verlichten van de grote verschillen tussen de klassen. Alison merkt dit op wanneer zij, Jimmy en Cliff een appartement delen, en zegt hoe “ze het gevoel had dat ze in een jungle was geplaatst”. Jimmy werd voorgesteld als de belichaming van de jonge, opstandige naoorlogse generatie die vraagtekens zette bij de staat en zijn daden. Look Back in Anger gaf een deel van het publiek de hoop dat Osborne’s werk het Britse theater nieuw leven zou inblazen en het in staat zou stellen op te treden als een “voorbode van Nieuw Links”.