Brodmann gebied 4

Dit artikel heeft extra citaties nodig voor verificatie. Help dit artikel te verbeteren door citaten naar betrouwbare bronnen toe te voegen. Materiaal zonder bronvermelding kan worden aangevochten en verwijderd.
Vind bronnen: “Brodmann area 4” – nieuws – kranten – boeken – scholar – JSTOR (december 2009) (Leer hoe en wanneer u dit sjabloonbericht verwijdert)

Brodmann area 4 verwijst naar de primaire motorische cortex van het menselijk brein. Het bevindt zich in het achterste gedeelte van de frontale kwab.

Brodmann gebied 4

Brodmann Cytoarchitectonics 4.png

Brodmann gebied 4 (oranje)

Ba4.png

Brodmann gebied 4 van de menselijke hersenen.

Details

Deel van

Precentrale gyrus

Identifiers

Latijn

Area gigantopyramidalis

NeuroNames

2394, 1014

NeuroLex ID

birnlex_1735

FMA

Anatomische termen van neuroanatomie

Brodmann gebied 4 is een deel van de precentrale gyrus. De grenzen van dit gebied zijn: de precentrale sulcus aan de voorzijde (anterieur), de mediale longitudinale fissuur aan de bovenzijde (mediaal), de centrale sulcus aan de achterzijde (posterieur), en de laterale sulcus langs de onderzijde (lateraal).

Dit gebied van cortex, zoals aangetoond door Wilder Penfield en anderen, heeft het patroon van een homunculus. Dat wil zeggen, de benen en de romp vouwen zich over de middellijn; de armen en handen liggen langs het midden van het hier getoonde gebied; en het gezicht ligt dicht bij de onderkant van de figuur. Omdat Brodmann gebied 4 op dezelfde algemene plaats ligt als de primaire motorische cortex, wordt de homunculus hier de motorische homunculus genoemd.

De term gebied 4 van Brodmann-1909 verwijst naar een cytoarchitecturaal afgebakend deel van de frontale kwab van de guenon. Het is voornamelijk gelegen in de precentrale gyrus. Brodmann-1909 beschouwt het als topografisch en cytoarchitecturaal homoloog aan het menselijke gigantopyramidale gebied 4 en merkt op dat het bij de aap een veel groter deel van de frontale kwab inneemt dan bij de mens. Onderscheidende kenmerken (Brodmann-1905): de cortex is ongewoon dik; de lagen zijn niet onderscheiden; de cellen zijn betrekkelijk dun verdeeld; reusachtige piramidale (Betz) cellen zijn aanwezig in de interne piramidale laag (V); ontbreken van een interne korrellaag (IV) zodat de grens tussen de externe piramidale laag (III) en de interne piramidale laag (V) onduidelijk is; ontbreken van een onderscheiden externe korrellaag (II); een geleidelijke overgang van de multiforme laag (VI) naar de subcorticale witte stof.