De waarheid over de onware “Sinds Schepping Kalender”

Veel mensen, seculier en religieus, van verschillende culturen en levensbeschouwingen, hebben geprobeerd de leeftijd van de wereld te berekenen. Er is geen overeenstemming tussen hen, eenvoudigweg omdat het een onmogelijke taak is. Christenen, Moslims en Joden hebben geprobeerd de berekening te maken op basis van een letterlijke lezing van de Bijbel en zijn met verschillende tijden gekomen. Het volgende toont de onmogelijkheid aan door ons te concentreren op de veelgebruikte Joodse versie.

We weten niet wanneer het was dat een Jood voor het eerst dacht aan het berekenen van jaren vanaf de schepping. We weten wel dat de talmoedische rabbijnen niets wisten van deze kalender, die anno mundi, “jaar (van de) wereld” wordt genoemd, en dat zij de Griekse kalender gebruikten. Geleerden, zoals Azariah de’ Rossi, in zijn The Light of the Eyes, speculeren dat de anno mundi in deze tijd kan zijn ontstaan, rond de zesde eeuw, na de talmoedische periode. Hoewel dit de datum van zijn oorsprong lijkt te zijn, is het pas vrij recent dat Joden het begonnen te gebruiken. Maimonides, bijvoorbeeld, dateerde zijn documenten met de Griekse kalender in de dertiende eeuw. Joden hebben de datum pas onlangs aangenomen, omdat velen de oorsprong ervan vergeten zijn en denken dat het een goddelijke openbaring is aan de Israëlieten op de berg Sinaï. Andere Joden namen hem aan omdat het een “traditie is, en men stelt tradities niet ter discussie.”

De Joden hadden goede redenen om deze kalender oorspronkelijk te verwerpen. Er zijn theologische, praktische en logische redenen waarom het duidelijk is dat de anno mundi berekening onjuist is. De uitvinder van de anno mundi berekende de jaren sinds de schepping door de bijbelse getallen letterlijk te nemen. Hij vertrouwde op fantasierijke, niet-feitelijke midrasjische speculaties van data wanneer de Bijbel onduidelijk is. Hij accepteerde tradities over tijdsperioden die waren ontwikkeld om homiletische lessen te geven en geen historische feiten.

Vele Joden zijn van mening dat de bijbelse tijdschema’s en dateringen nooit bedoeld waren om letterlijk te worden genomen. De Bijbel is geen geschiedenisboek. Hij is bedoeld om te onderwijzen over het bestaan van God en het juiste gedrag. De wereld kan over een zeer lange periode geschapen zijn, de mens verscheen misschien pas op aarde toen er miljoenen jaren verstreken waren, en de gemiddelde levensduur vóór de zondvloed was misschien geen honderden jaren zoals een letterlijke lezing van de Bijbel lijkt aan te geven. Wanneer in de Torah staat dat Adam 930 jaar leefde, kan dat betrekking hebben gehad op jaren die duurden van de ene maancyclus tot de volgende, ongeveer 29½ dag. Als de 930 “jaren” worden gedeeld door twaalf (maanden), is het resultaat 77,5 nu berekende jaren, wat ongeveer de lengte is van levens vandaag. Zelfs als de wereld in één dag geschapen werd, stierf Adam niet in het jaar 930, maar 77.

De anno mundi berekening is gebaseerd op Midrashim. Zo staat er bijvoorbeeld in de Schrift dat Noach drie zonen baarde toen hij 500 jaar oud was, Sem, Ham en Jafeth. Een midrasj stelt dat zij niet allemaal in hetzelfde jaar werden geboren, dat Sem niet de oudste zoon was zoals de tekst lijkt te stellen, en dat hij werd geboren toen zijn vader 502 jaar oud was. De nummering in de anno mundi is gebaseerd op deze midrasjische geboortedag van Sem, hetgeen in strijd is met de duidelijke lezing van de bijbelse tekst.

Een ander probleem met het gebruik van de anno mundi is dat sommige van de tijdsperioden die door de Bijbel worden genoemd, twijfelachtig zijn. Het is bijvoorbeeld mogelijk om de rechters in het boek Rechters na elkaar te dateren, zoals het boek impliceert, en vol te houden, zoals de anno mundi doet, dat de periode van de rechters meer dan 500 jaar heeft geduurd. Het is echter redelijker te veronderstellen dat sommige rechters elkaar moeten hebben overlapt, omdat zij in verschillende stammen dienden; wij zijn niet in staat te bepalen met hoeveel, en geleerden stellen dat de periode slechts ongeveer 200 jaar bedroeg.

Ook wanneer de Bijbel zegt dat een koning een bepaald aantal jaren regeerde, is het onduidelijk, zelfs zoals de Talmoed erkent, of het eerste en laatste jaar volle jaren van twaalf maanden zijn of delen van een kalenderjaar (in het laatste geval zouden twee koningen in hetzelfde jaar hebben geregeerd).

Overigens zijn de meeste gebeurtenissen na de Bijbel gebaseerd op twijfelachtige overleveringen. Volgens de overlevering heeft de tweede tempel 420 jaar gestaan, terwijl geleerden de tweede tempelperiode rekenen op meer dan 580 jaar, van 516 BCE tot 70 CE. De anno mundi berekening kent ook data toe aan mensen die niet eens in de Schrift worden genoemd; we hebben bijvoorbeeld geen idee hoe lang koning Saul regeerde.

Kortom, er waren en zijn mensen die de basis aannames van de anno mundi berekeningen niet accepteren. Er waren en zijn mensen die de Bijbel letterlijk nemen, maar niettemin verschillende berekeningen ontwikkelen van de genoemde tijdsperioden, omdat zij de gebeurtenissen anders interpreteren. Niettemin, zoals eerder gezegd, zijn veel Joden ervan overtuigd dat het een religieuze plicht is deze kalender te gebruiken en voelen zij zich goed wanneer zij hun correspondentie dateren met het anno mundi jaar.

De beroemdste christelijke versie werd pas in 525 AD uitgevonden (Na de dood van Jezus – velen gebruiken tegenwoordig CE, Common Era). Het bevat een berekening van de jaren sinds de geboorte van Jezus, in de veronderstelling dat hij in het jaar 1 werd geboren. De auteur van deze kalender heeft fouten gemaakt. Een zorgvuldige lezing van het Nieuwe Testament toont aan dat Jezus ergens tussen 6 en 4 v.Chr. werd geboren (Before Christ – velen gebruiken tegenwoordig BCE, Before the Common Era).

Wanneer Rosj Hasjana, het Joodse Nieuwjaar, in september 2017 begint, zal het Joodse anno mundi jaar 5778 zijn sinds de schepping. Deze veelgebruikte kalender dateert de geboorte van de aartsvader Abraham als 1948, hetzelfde jaar dat de staat Israël werd heropgericht volgens de thans gebruikte seculiere kalender. De tien geboden werden gegeven in 2448, wat 3330 jaar voor september 2017 zou zijn.

Dezelfde tijd waarin de christelijke kalender werd uitgevonden.

Het is mogelijk dat na de zondvloed de berekening van de jaren veranderde en de mensen het verschil van een warm naar een koud seizoen als een jaar beschouwden, zodat twee bijbelse jaren in deze periode gelijk zijn aan één jaar vandaag. Hoewel in de Bijbel staat dat Abraham 175 jaar leefde, Izaäk 180, Jozef 110 en Mozes 120, zouden zij zijn gestorven op de leeftijd van respectievelijk 87, 90, 55 en 60 jaar.

Deze midrasj is niet gebaseerd op iets in de Bijbeltekst en is in strijd met wat er staat.

I Koningen 6:1 lijkt te zeggen dat de periode 360 jaar duurde vanaf de intocht van de Israëlieten in Kanaän tot het begin van de regering van koning Saul.