Detail van de contralaterale annulotomie tijdens de procedure.

Achtergronden: In het afgelopen decennium wordt de minimaal verstorende laterale transpsoas benadering voor lumbale interbody fusie (MI-LIF) steeds vaker gebruikt als alternatief voor conventionele chirurgische benaderingen. Het doel van dit onderzoek was het evalueren van vier primaire vragen met betrekking tot MI-LIF: (1) Is er een anatomische rechtvaardiging voor MI-LIF op L4-5? (2) Wat zijn de complicatie- en uitkomstprofielen van MI-LIF en zijn deze aanvaardbaar in vergelijking met conventionele benaderingen? (3) Zijn er, gezien de technische en neuromonitoring verschillen tussen de diverse MI-LIF procedures, gepubliceerde klinische verschillen? En, (4) zijn moderne minimaal verstorende procedures (b.v. MI-LIF) economisch haalbaar? Methoden: Via een MEDLINE en Google Scholar search werden in totaal 237 artikelen gevonden die MI-LIF bespraken. Daarvan waren de onderwerpen anatomie (22), biomechanica/testen (17), technische beschrijvingen (11), case reports (40), complicaties (30), klinische en radiografische resultaten (43), deformiteit (23), trauma of thoracale toepassingen (10), en overzichtsartikelen (41).Resultaten: In antwoord op de gestelde vragen, (1) er is een hoge sterkte van bewijs waaruit blijkt dat MI-LIF anatomisch gerechtvaardigd is op alle niveaus van de lumbale wervelkolom van L1-2 tot L4-5. Het bewijs ondersteunt ook het gebruik van geavanceerde neuromonitoringmodaliteiten. (2) Er zijn matig sterke aanwijzingen voor reproduceerbare en redelijke complicatie-, bijwerkingen- en resultaatprofielen na MI-LIF, die techniekafhankelijk kunnen zijn. (3) Er zijn minder sterke aanwijzingen dat er meer neurale complicaties optreden bij niet-traditionele MI-LIF (bv. ondiepe-docking-benaderingen en/of benaderingen zonder gespecialiseerde neuromonitoring), en (4) er zijn weinig tot matige aanwijzingen dat moderne minimaal disruptieve chirurgische benaderingen kosteneffectief zijn.Conclusies: Er is aanzienlijk gepubliceerd bewijs ter ondersteuning van MI-LIF bij spinale fusie en geavanceerde toepassingen, hoewel de resultaten van sommige rapporten, vooral met betrekking tot complicaties, sterk variëren afhankelijk van de gebruikte techniek en instrumentatie. Aanvullende kosteneffectiviteitsanalyses zouden helpen bij het volledig begrijpen van de langetermijnimplicaties van MI-LIF.