Eenjarigen, tweejarigen en vaste planten – wat is het verschil?

Q: Wat is het verschil tussen een eenjarige en een vaste plant?

A: Een eenjarige is een plant die uit een zaadje wordt opgekweekt, binnen een jaar rijpt, bloeit en zaad zet en dan afsterft. Eenjarigen hebben gewoonlijk een lange bloeiperiode, maar moeten jaarlijks worden vervangen (één keer per jaar).

Perennialen daarentegen hebben een wortelgestel dat de winter kan overleven. Aan het eind van elk groeiseizoen sterven de bladeren en stengels boven de grond af. Het wortelstelsel produceert in het voorjaar nieuwe groei. Vaste planten hebben meestal een kortere bloeiperiode, die varieert van twee weken tot twee maanden, afhankelijk van de plant. Vaste planten kunnen drie jaar tot tientallen jaren meegaan. Deze soorten vaste planten staan bekend als kruidachtige vaste planten.

Q: Wat is een tere vaste plant?

A: Sommige vaste planten kunnen niet tegen kou, dus gedragen ze zich als eenjarigen in koude streken zoals Saskatchewan. Tomaten, paprika’s, begonia’s en calla-lelies bijvoorbeeld staan bekend als tere vaste planten en groeien het hele jaar door in warme klimaten. Ze zullen onze koude winters niet overleven, dus worden ze hier als eenjarigen behandeld.

Q: Zijn bomen en struiken ook meerjarigen?

A: Ja, dat zijn ze. De bladeren van bladverliezende bomen en struiken verkleuren en vallen in de herfst af, maar het wortelgestel, de stam en de takken blijven. De meeste groenblijvende (of naald-) bomen en struiken behouden hun bladeren (naalden of schubben) de hele winter. Bomen en heesters staan bekend als houtige vaste planten.

Q: Wat is een tweejarige?

A: Tweejarige planten hebben een levenscyclus van twee jaar. In het eerste jaar ontkiemen de zaden en groeit de plant met een rozet van groene bladeren aan het grondoppervlak. Hij overleeft de winter en produceert in het tweede jaar stengels met bloemen. Vingerhoedskruid en sommige stokrozen zijn voorbeelden van tweejarigen.