“Every ‘never’ I ever said came true”: transitions from opioid pills to heroin injecting

Deze kwalitatieve studie documenteert de paden naar het injecteren van heroïne door gebruikers in Philadelphia en San Francisco voor en tijdens een farmaceutische opioïdenpillenepidemie. De gegevens werden verzameld aan de hand van diepgaande, semigestructureerde interviews (afgenomen tussen 2010 en 2012) die werden uitgevoerd tegen de achtergrond van langerlopende participerende observatie, etnografische studies van straatdruggebruikers en -dealers in Philadelphia (2007-12) en San Francisco (1994-2007, 2012). Philadelphia en San Francisco werden geselecteerd omwille van hun contrasterende politieke economieën, immigratiepatronen en type heroïnebron. In Philadelphia vonden de etnografen heroïne-injecteurs, meestal blanke gebruikers, die hun opiaatcarrière waren begonnen met opioïden op recept in plaats van over te stappen van andere drugs. Zowel in Philadelphia als in San Francisco begonnen de meeste van de ondervraagde jonge heroïne-injecteurs hun druggebruikstraject met opioïde pillen – meestal Percocet (oxycodon en acetaminofen), generieke kortwerkende oxycodon of OxyContin (langwerkende oxycodon)- alvorens over te stappen op heroïne, meestal eerst door neusinhalatie (snuiven) of roken, gevolgd door injecteren. Terwijl de meeste gebruikers in Philadelphia in de stad of de buitenwijken waren geboren en daar zowel opioïdenpillen als heroïne waren gaan gebruiken, waren veel gebruikers in San Francisco elders begonnen met hun pillen- en soms heroïnegebruik en waren ze vanuit het hele land naar de stad gemigreerd. Niettemin waren de overgangspatronen van jongere injecterende gebruikers in beide steden vergelijkbaar, wat wijst op een zich ontwikkelend nationaal patroon. Daarentegen waren oudere gebruikers in zowel Philadelphia als San Francisco vaker overgestapt van niet-opiaatdrugs zoals cannabis, methamfetamine en cocaïne op heroïne-injectie. Farmaceutische opioïden die voor het eerst werden gebruikt, meldden meestal dat ze op heroïne waren overgestapt vanwege de kosten en de gemakkelijke toegang tot het aanbod, nadat ze lichamelijk en emotioneel afhankelijk waren geworden van opioïdenpillen. Velen toonden zich verbaasd en verbijsterd over hun ontwikkeling naar snuiven en vervolgens naar het injecteren van heroïne. Historisch en structureel gezien bevonden deze gebruikers zich op het kruispunt van twee belangrijke ontwikkelingen in de opiaatvoorziening: (1) een toename van het voorschrijven van opiatenpillen met meer dan 500% tussen 1997 en 2005, wat resulteerde in een gemakkelijke toegang tot omgeleid aanbod van minder gestigmatiseerde opiaten dan heroïne en (2) een overaanbod van heroïne, na de invoer in de VS van heroïne uit Colombia in het begin van de jaren 1990, waardoor de kosten daalden en de zuiverheid toenam op detailhandelsniveau. Een landelijke up-cycle van heroïnegebruik kan zich voordoen onder jonge stads-, voorstads- en plattelandsjongeren, aangewakkerd door wijdverspreid gebruik van opioïde pillen op recept.