Folaat en vitamine B12

De folaten zijn opgebouwd uit een pterdine ring verbonden aan een p-aminobenzoaat en een polyglutamyl keten. De actieve vorm is tetrahydrofolaat waaraan C1 eenheden enzymatisch kunnen worden verbonden. Deze C1-eenheden (als een formlygroep) worden doorgegeven aan enzymen in de purineleiding die de C-2 en C-8 in de purinering invoegen. Een methyleengroep (-CH2-) aan tetrahydrofolaat wordt gebruikt om de pyrimidine base van het uracil-type in RNA om te zetten in de thymine base in DNA. Een andere folaatcofactor, namelijk 5-methyltetrahydrofolaat, is betrokken bij de remethylering van het homocysteïne dat in de methyleringscyclus ontstaat, tot methionine. Na activering tot S-adenosylmethionine fungeert dit als een methyldonor voor de tientallen verschillende methyltransferases die in alle cellen aanwezig zijn. Een tekort aan foliumzuur leidt tot een vermindering van de biosynthese van purines en pyrimidines en bijgevolg van de biosynthese van DNA en de celdeling. Dit proces is het gemakkelijkst te zien in een vermindering van het aantal erytrocyten waardoor bloedarmoede ontstaat. Vermindering van de methyleringscyclus heeft meerdere effecten die minder gemakkelijk zijn vast te stellen. Eén zo’n effect is zeker op de zenuwcellen, want een onderbreking van de methyleringscyclus die neuropathie veroorzaakt, kan ook optreden bij vitamine B12-deficiëntie als gevolg van een verminderde activiteit van het vitamine B12-afhankelijke enzym methioninesynthase (EC 2.1.1.13). Bij vitamine B12-deficiëntie leidt het blokkeren van de methyleringscyclus ertoe dat de foliumzuurcofactoren in de cel vast komen te zitten als 5-methyltetrahydrofolaat. Dit proces veroorzaakt op zijn beurt een pseudo foliumzuurtekort in dergelijke cellen, waardoor celdeling wordt verhinderd en een bloedarmoede ontstaat die identiek is aan die bij foliumzuurtekort.