Inleiding

Niet innemen:

  • als u allergisch bent voor aripiprazol of voor een van de andere bestanddelen van dit geneesmiddel (vermeld in rubriek 6).

Waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen

Raadpleeg uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken.

Er zijn gevallen gemeld van patiënten die suïcidale gedachten en gedrag vertoonden tijdens de behandeling met aripiprazol. Vertel het uw arts onmiddellijk als u gedachten of gevoelens van zelfbeschadiging heeft.

Voordat u begint met de behandeling met Aripiprazol TAD, moet u uw arts vertellen of u lijdt aan:

  • hoge bloedsuikerspiegel (gekenmerkt door symptomen zoals overmatige dorst, toegenomen hoeveelheid urine, toegenomen eetlust en zich zwak voelen) of familiegeschiedenis van diabetes;

stuipen (convulsies), omdat uw arts u mogelijk nauwlettender in de gaten wil houden;

  • onregelmatige, onwillekeurige spierbewegingen, vooral in het gezicht;
  • hart- en vaatziekten (ziekten van hart en bloedsomloop), familieanamnese van hart- en vaatziekten, beroerte of “mini-beroerte”, abnormale bloeddruk;
  • bloedstolsels of familieanamnese van bloedstolsels, aangezien antipsychotica in verband zijn gebracht met de vorming van bloedstolsels;
  • geschiedenis van gokverslaving.

Als u merkt dat u aankomt in gewicht, ongewone bewegingen krijgt, sufheid ervaart die interfereert met uw normale dagelijkse activiteiten, moeite heeft met slikken, of allergische verschijnselen heeft, informeer dan uw arts.

Als u een oudere bent en dementie hebt (verlies van geheugen en andere mentale vaardigheden), moet u of uw verzorger of familielid uw arts vertellen of u ooit een beroerte of “mini”-beroerte hebt gehad.

Praat onmiddellijk met uw arts als u gedachten of gevoelens hebt om uzelf iets aan te doen. Er zijn meldingen geweest van patiënten die suïcidale gedachten en gedrag ondervonden tijdens de behandeling met aripiprazol.

Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u gevoelloosheid of stijfheid van spieren opmerkt met hoge koorts, zweten, veranderde mentale status, of een zeer snelle of onregelmatige hartslag.

Vertel het uw arts als u, uw familie of verzorger merkt dat u driften of verlangens ontwikkelt om u te gedragen op manieren die ongebruikelijk voor u zijn en dat u de drang, het instinct of de verleiding niet kunt weerstaan om bepaalde activiteiten uit te voeren die u of anderen kunnen schaden. Dit wordt impulscontrolestoornis genoemd en kan gedragingen omvatten als gokverslaving, buitensporig eten of uitgeven, abnormaal hoge seksuele eetlust, of preoccupatie met verhoogde seksuele gedachten en gevoelens.

Uw arts kan overwegen de dosis aan te passen of te stoppen.

Aripiprazol kan slaperigheid veroorzaken, een daling van de bloeddruk bij het opstaan, duizeligheid en veranderingen in het vermogen om te bewegen en het evenwicht te bewaren, wat tot vallen kan leiden. Voorzichtigheid is geboden, vooral als u een oudere patiënt bent of enige zwakte heeft.

Kinderen en adolescenten

Gebruik dit geneesmiddel niet bij kinderen en adolescenten jonger dan 13 jaar. Het is niet bekend of het veilig en effectief is bij deze patiënten.

Aripiprazol TAD innemen met andere geneesmiddelen

Informeer uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt, kort geleden heeft gebruikt of mogelijk moet gebruiken, inclusief geneesmiddelen zonder recept.

Geneesmiddelen die de bloeddruk verlagen: aripiprazol kan de werking van geneesmiddelen die worden gebruikt om de bloeddruk te verlagen, versterken. Zorg ervoor dat u het uw arts vertelt als u geneesmiddelen gebruikt om de bloeddruk onder controle te houden.

Als u dit geneesmiddel samen met andere geneesmiddelen gebruikt, kan dit betekenen dat uw arts uw dosering van aripiprazol zal wijzigen. Het is vooral belangrijk om het volgende aan uw arts te melden:

  • medicijnen die het hartritme corrigeren, (zoals kinidine, amiodaron, flecaïnide);
  • antidepressiva of kruidenmiddelen die worden gebruikt voor de behandeling van depressie en angst (zoals fluoxetine, paroxetine, venlafaxine, sint-janskruid);
  • geneesmiddelen om schimmelinfecties te behandelen (antischimmelmiddelen) (zoals ketoconazol, itraconazol);
  • bepaalde geneesmiddelen om HIV-infectie te behandelen (zoals efavirenz, nevirapine en proteaseremmers zoals indinavir, ritonavir);
  • anticonvulsiva die worden gebruikt om epilepsie te behandelen (zoals carbamazepine, fenytoïne, fenobarbital);
  • bepaalde antibiotica die worden gebruikt om tuberculose te behandelen (rifabutine, rifampicine).

Deze geneesmiddelen kunnen het risico op bijwerkingen verhogen of de werking van Aripiprazol TAD verminderen; als u ongewone symptomen opmerkt wanneer u een van deze geneesmiddelen tegelijk met Aripiprazol TAD gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen. Geneesmiddelen die de serotoninespiegel verhogen worden over het algemeen gebruikt bij aandoeningen als depressie, gegeneraliseerde angststoornis, obsessieve-compulsieve stoornis (OCD) en sociale fobie, maar ook bij migraine en pijn:

  • triptanen, tramadol en tryptofaan gebruikt voor aandoeningen zoals depressie, gegeneraliseerde angststoornis, obsessieve compulsieve stoornis (OCD) en sociale fobie, alsook migraine en pijn;
  • ISRS (zoals paroxetine en fluoxetine) gebruikt voor depressie, OCD, paniek en angst;
  • andere antidepressiva (zoals venlafaxine en tryptofaan) gebruikt voor zware depressie;
  • tricyclische antidepressiva (zoals clomipramine en amitriptyline) gebruikt bij depressieve aandoeningen;
  • St. Janskruid (Hypericum perforatum) gebruikt in kruidengeneesmiddelen voor milde depressie;
  • analgetica (zoals tramadol en pethidine) gebruikt voor pijnbestrijding;
  • tryptanen (zoals sumatriptan en zolmitriptan) gebruikt voor de behandeling van migraine.

Deze geneesmiddelen kunnen het risico op bijwerkingen verhogen; als u ongewone symptomen opmerkt wanneer u een van deze geneesmiddelen tegelijk met Aripiprazol TAD gebruikt, moet u dit aan uw arts vertellen.

Inname van Aripiprazol TAD met voedsel, drank en alcohol

Dit geneesmiddel kan onafhankelijk van de maaltijd worden ingenomen.

Alcoholgebruik dient te worden vermeden.

Zwangerschap, borstvoeding en vruchtbaarheid

Als u zwanger bent of borstvoeding geeft, denkt zwanger te kunnen zijn of van plan bent zwanger te worden, raadpleeg dan uw arts of apotheker voordat u dit geneesmiddel gebruikt.

De volgende symptomen kunnen optreden bij pasgeboren baby’s geboren uit moeders die in het laatste trimester van hun zwangerschap (laatste drie maanden van hun zwangerschap) met aripiprazol zijn behandeld: tremor, spierstijfheid en/of -zwakte, slaperigheid, agitatie, ademhalingsproblemen en moeite met voeden. Als uw baby een van deze symptomen ontwikkelt, moet u contact opnemen met uw arts.

Als u Aripiprazol TAD gebruikt, zal uw arts met u bespreken of u uw baby borstvoeding moet geven, gezien het voordeel dat u van uw behandeling heeft en het voordeel dat uw baby van borstvoeding heeft. Als u wordt behandeld met Aripiprazol TAD, mag u geen borstvoeding geven. Praat met uw arts over de beste manier om uw baby te voeden als u dit geneesmiddel gebruikt.