Intelligentie en psychopathie: een correlationele studie bij krankzinnige vrouwelijke delinquenten

Achtergrond: Het bestaan van een significante relatie tussen psychopathische trekken en intelligentie is nog steeds open voor discussie. De meeste relevante informatie is verkregen uit gekristalliseerde IQ-tests of bij psychopathische mannelijke delinquenten. In deze studie stellen we de hypothese voorop dat er een negatieve correlatie bestaat tussen psychopathische trekken en fluïde intelligentie bij een steekproef van criminele vrouwelijke opgenomen patiënten.

Methode: We voerden een correlationele studie uit bij een geselecteerde steekproef van 56 vrouwelijke criminele delinquenten. De gemeten variabelen omvatten de Hare Psychopathy Checklist Revised (PCL-R) totaalscore (en, afzonderlijk, de scores van de vier subschalen: Interpersoonlijk, Affectief, Levensstijl en Antisociaal) en een vloeibaar IQ gemeten door Raven’s Progressive Matrices (RPM).

Resultaten: Pearson’s correlatie tussen RPM IQ en totale PCL-R score was negatief (r(54) = -0,55, p < 0,001); vrouwen met grotere psychopathietrekjes (totale PCL-R score) hadden lagere IQ scores. Negatieve correlaties werden ook gevonden tussen IQ en de vier PCL-R subschalen, Interpersoonlijk, Affectief, Levensstijl en Antisociaal (respectievelijk r(54) = -0,35, p < 0,01, r(54) = -0,52, p < 0,001, r(54) = -0,53, p < 0,001, en r(54) = -0,49, p < 0,001).

Conclusies: De resultaten wijzen op een algemeen negatief verband tussen PCL-R en IQ, gelijk verdeeld over de vier subcomponenten van de psychopathische eigenschap, en ondersteunen de opvatting dat onsuccesvolle psychopathische vrouwen een slechte planning hebben en niet in staat zijn toekomstige gevolgen van hun daden te voorzien en weer te geven.