Is de angulatie van mandibulaire derde kiezen geassocieerd met de dikte van het linguale bot?

Om uit te vinden of de angulatie van mandibulaire derde molaren geassocieerd is met de dikte van het bot op de plaats van impactie, en zo ja, welke specifieke angulatie het beschermende mechanisme van de zenuw beïnvloedt, onderzochten wij retrospectief de dikte van het linguale bot op de plaatsen van impactie van 200 mandibulaire derde molaren bij 149 patiënten met behulp van coronale, sagittale en axiale doorsneden van cone-beam computertomogrammen (CT). Het bot werd gemeten ter hoogte van de cement-oenamel overgang van de mandibulaire tweede molaar, ter hoogte van de middenwortel van de derde molaar, en ter hoogte van de apex van de wortel. Bot van minder dan 1 mm dik werd gedefinieerd als “dunner wordend”. Wij correleerden deze metingen met de angulatie van de tand op basis van de positie van de tweede molaar en het occlusale vlak in 3 dimensies: verticaal, mesiobuccaal, en buccolingaal. Het primaire resultaat was de dikte van het bot rond de derde molaar. In totaal 102 tanden stonden links (51%), en 125 waren geanguleerd met een occlusaal vlak van <85° (63%). De gemiddelde (SD) dikte van het bot bij de cement-oenamelverbinding van de tweede molaar was 1,40 (0,87) mm, bij de middenwortel 1,07 (1,03) mm, en bij de apex 1,07 (1,30) mm. Wanneer de horizontale en mesiohoekige angulaties van tanden en kiezen <85° waren, verschilde de botdikte bij de middenwortel significant van die bij verticale en distohoekige angulaties van 85° of meer (p<0,001). Correlaties tussen de botdikte en de buccolinguale angulaties waren significant geassocieerd met perforatie van het bot bij de middenwortel en de apex (p<0,003). De kans dat het bot rond horizontale en mesiohoekige perforaties “dun” was, was 3,6 maal groter dan de kans dat het bot rond de middenwortel van verticale en distohoekige derde molaren “dun” was. Een buccolinguale angulatie was ook geassocieerd met perforatie van de linguale cortex (p<0.003). Omdat het bot dunner was bij de middenwortel van horizontaal en mesiohoekig geïmpacteerde tanden, leek het de integriteit van de linguale plaat, die de natuurlijke beschermende barrière vormt van de linguale zenuw, in gevaar te brengen. Deze bevindingen zouden van prognostische waarde kunnen zijn.