Nervus auriculotemporalis

OorsprongEdit

De n. auriculotemporalis ontspringt als twee wortels uit de posterieure afsplitsing van de n. mandibularis. De nervus mandibularis is een tak van de nervus trigeminus (CN5), en de nervus mandibularis verlaat de schedel via het foramen ovale. Deze wortels omsluiten de middelste meningeale slagader (een tak van het mandibulaire deel van de arteria maxillaris, die op haar beurt een eindtak is van de arteria carotis externa). De wortels omsluiten de middelste meningeale arterie en komen dan samen om één enkele zenuw te vormen.

CourseEdit

De n. auriculotemporalis passeert tussen de hals van de onderkaak en het ligament sphenomandibularis, geeft parotis-takken af en draait dan superieur, posterieur aan zijn hoofd en anterieur bewegend, geeft anterieure takken af aan de oorschelp. Vervolgens kruist hij de wortel van het processus zygomaticus van het slaapbeen, diep in de oppervlakkige temporale slagader.

InnervatieEdit

De somatosensorische wortel (superieur) ontspringt uit takken van de nervus mandibularis (hersenzenuw V), die zonder synapsen door het otisch ganglion gaan. Vervolgens vormen zij de somatosensorische (superieure) wortel van de n. auriculotemporalis. De twee wortels komen weer samen, en kort na de aftakking van secretomotorische vezels naar de parotisklier (parotisvertakkingen), bestaat de n. auriculotemporalis uitsluitend uit somatosensorische vezels, die opstijgen naar de oppervlakkige temporale regio. Daar voorziet hij de oorschelp, de uitwendige gehoorgang, de buitenzijde van het trommelvlies en de huid in het temporale gebied (oppervlakkige temporale takken). Hij draagt ook een paar articulaire takken die verder gaan naar het temporomandibulaire gewricht.

De parasympathische wortel (inferior) voert postganglionische vezels naar de parotis klier. Deze parasympathische, preganglionische secretomotorische vezels zijn afkomstig van de n. glossopharyngeus (CN IX) als een van zijn takken, de nervus tympanicus, die de tympanische holte binnendringt via de nervus tympanicus inferior. De n. tympanicus en de postganglionaire sympathische vezels, die meekomen met het hoofd van de arteriën, vormen de plexus tympanicus op het promontorium. Deze plexus geeft de nervus petrosalis minor af. Deze zenuw synapteert in het otisch ganglion en zijn postganglionaire vezels vormen de inferieure, parasympatische wortel van de n. auriculotemporalis. De twee wortels komen weer samen en kort daarna geeft de “verenigde” auriculotemporale tak parotis-takken af, die dienen als secretomotorische vezels voor de parotisklier.