Pathways to anaclitic and introjective depression
Depressie kan multidimensionaal worden geconceptualiseerd, als gevolg van duidelijke individuele verschillen in ontwikkelingskwetsbaarheid en fenomenologie. Blatt (Blatt, Quinlan, Chevran, McDonald, Zuroff, 1982; Blatt, Quinlan, Pilkonis, & Shea, 1995) heeft twee subtypes van depressie gevalideerd. Bij anaclitische depressie is er sprake van buitensporige interpersoonlijke bezorgdheid, waaronder gevoelens van eenzaamheid, zwakte, hulpeloosheid en verlatingsangst. Introjectieve depressie duidt op bezorgdheid over prestatie, en wordt gekenmerkt door een neiging tot zelfkritiek en zelfevaluatie. Het huidige onderzoek onderzocht dit onderscheid door mogelijke differentiële gehechtheidspatronen voor de depressieve subtypes te identificeren. De hypothese was dat, terwijl veilige gehechtheid negatief zou samenhangen met depressie, onzekere gehechtheid anaclitische en introjectieve subtypes zou voorspellen, waarbij perfectionisme deze relatie zou mediëren. Een steekproef van 245 deelnemers vulden de Depressive Experiences Questionnaire, de Beck Depression Inventory, de Multidimensional Perfectionism Questionnaire, en twee metingen van gehechtheid in. Regressietechnieken toonden aan dat anaclitische depressie werd voorspeld door gepreoccupeerde gehechtheid (het zoeken van acceptatie van anderen om een laag zelfbeeld te ondersteunen), waarbij sociaal voorgeschreven perfectionisme (het streven om aan de hoge normen van anderen te voldoen) de relatie gedeeltelijk bemiddelde. Introjectieve depressie werd voorspeld door angstig-vermijdende gehechtheid lage eigenwaarde en verwachting van afwijzing), waarbij zelfgeoriënteerd perfectionisme (zelfopgelegde onrealistische normen) als een gedeeltelijke mediator fungeerde. De bevindingen valideren verder deze depressieve subtypes door hun verschillende gehechtheid-perfectionisme paden aan te geven. De resultaten komen overeen met de gehechtheidstheorie en hebben implicaties voor zowel theorie als therapie.