Prognose van patiënten die een spoedoperatie ondergaan voor acute aortadissectie type A zonder uitsluiting van de intimale scheur
Doelstellingen: Het onderzoeken van de prognose na spoedoperatie voor acute type A aortadissectie met een onbekende ingangsplaats en het identificeren van de voorspellers van postoperatieve aortadilatatie.
Methoden: De proefpersonen waren 102 patiënten die van juli 2005 tot oktober 2010 een spoedoperatie ondergingen voor een acute type A dissectie. Zij werden verdeeld in groep I (n = 45) die aortachirurgie ondergingen zonder scheurresectie en groep II (n = 57) die resectie ondergingen met inbegrip van de intimale scheur.
Resultaten: De postoperatieve ziekenhuissterfte was vergelijkbaar, 13,3% (n = 6) in groep I en 12,3% (n = 7) in groep II. Van de 102 patiënten ondergingen 69 na ontslag een follow-up computertomografie-scan, en de aortadiameter was significant toegenomen in groep I vergeleken met die in groep II (P = .035). Dilatatie van de descenderende aorta trad op bij 21 patiënten (30,4%). Multivariate logistische regressieanalyse toonde aan dat een patent vals lumen (P = .027) en niet-exclusie van de intredeplaats (P = .012) onafhankelijke risicofactoren waren voor aortadilatatie. Er werd geen verschil gevonden in de vrijheid van aortagerelateerde klinische gebeurtenissen na 4 jaar, met een percentage van 81,9% in groep I en 74,4% in groep II. Er werd ook geen verschil gevonden in de 4-jaars actuariële overleving tussen groep I en II (86,4% en 78,5%, respectievelijk).
Conclusies: De prognose van patiënten zonder uitsluiting van de plaats van binnenkomst was acceptabel. Zorgvuldige follow-up is nodig voor patiënten met een gepatenteerd vals lumen of een niet-geëxcludeerde ingang vanwege het risico van aortadilatatie.