Regel 36(4) – Een aanvullende voorwaarde om gebruik te maken van ITC onder GST
We zijn er allemaal van op de hoogte dat de centrale regering onlangs, in de uitoefening van de bevoegdheden die worden verleend door artikel 164 van de Central Goods and Services Tax Act, 2017 (CGST Act, 2017), op aanbeveling van de Raad, een Notification No. 94/2020-Central Tax van 22 december 2020 tot wijziging van de Central Goods and Services Tax Rules, 2017 (“CGST Rules, 2017”) in hoofdzaak met betrekking tot het volgende-
1. GST-registratie kan worden geannuleerd of opgeschort op grond van CGST Rules, 2017 21A naar goeddunken van de belastingambtenaar in bepaalde gevallen;
2. Wijzigingen in regel 36, lid 4, van CGST Rules, 2017 vanaf 1 januari 2021- ontvangers kunnen voorlopige Input Tax Credit (“ITC”) claimen in GSTR-3B ten belope van 5% in plaats van eerder 10% van de totale ITC beschikbaar in GSTR-2B voor de maand;
3. Bepaalde belastingplichtigen kunnen niet meer dan 99% van de totale belastingschuld voor het belastingtijdvak uit hun elektronische kredietadministratie betalen.
4. Wijzigingen in e-way bills Rules met betrekking tot geldigheid en blokkering wegens het niet indienen van GSTR-3B.
Nu, willen we hier alleen bespreken en behandelen met betrekking tot wijziging in Regel 36(4) van CGST Act, Rules vanaf 1 januari, 2021. Er wordt gesteld dat een nieuwe bepaling als “Sectie 43A” “met betrekking tot de procedure voor het indienen van aangifte en het gebruikmaken van inputbelastingkrediet” is ingevoegd vide CGST (Wijzigingswet) Act, 2018 (de “Wijzigingswet, 2018”). Het is opmerkelijk dat Wijzigingswet, 2018 werd genotificeerd met ingang van 01.02.2019 door Notificatie nr. 02/2019 – Centrale belasting van 29 februari 2019, maar sommige secties van de genoemde wijziging moeten nog worden genotificeerd. Sectie 18 van Wijzigingswet, 2018 spreekt over invoeging van nieuwe sectie 43A in CGST Act, 2017.
Meer belangrijk ding waarvoor wij uw vriendelijke aandacht hierin willen vragen is met betrekking tot sub-sectie (4) van sectie 43A van de CGST Act,2017 dat is-
*”43A(4) De procedure voor het gebruik van voorbelastingkrediet met betrekking tot uitgaande leveringen die niet onder subsectie (3) zijn verstrekt, is zoals kan worden voorgeschreven en deze procedure kan het maximumbedrag van het voorbelastingkrediet omvatten dat zo kan worden gebruikt, niet meer dan twintig procent. van het beschikbare voorbelastingkrediet, op basis van de gegevens die de leveranciers ingevolge genoemde onderafdeling hebben verstrekt.”
*Ook hier zij opgemerkt dat van genoemde bepaling nog geen kennisgeving was gedaan.
Later op, de Central Board of Indirect Taxes (“CBIC”) die bevoegdheid heeft in sectie 164 van de CGST Act, 2017, bracht een cruciale Notification No. 49/2019 (Central Tax) van 09 oktober, 2019 uit door middel waarvan een nieuwe subregel (4) onder regel 36 van de CGST Rules, 2017, werd ingevoegd.
De regel 36(4) in woorden van de wet is-
“(4) Input tax credit te benutten door een geregistreerde persoon met betrekking tot facturen of debetnota’s, waarvan de details niet zijn geüpload door de leveranciers in het kader van onderafdeling (1) van sectie 37, mag niet meer bedragen dan 20 procent. van het rechtmatige krediet dat beschikbaar is voor facturen of debetnota’s waarvan de gegevens door de leveranciers overeenkomstig onderafdeling (1) van afdeling 37 zijn geüpload”.
Voorschrift 36 bepaalt “vereisten inzake documenten en voorwaarden voor het aanvragen van een voorbelastingkrediet” onder hoofdstuk V INPUT TAX CREDIT. Regel 36, lid 4, beperkt het krediet met betrekking tot de facturen die niet door de leveranciers in hun formulier GSTR-1 zijn geüpload tot 20% (10% met ingang van 01.01.2020 vide Notificatie nr. 75/2019 Central Tax van 26 december 2019 en 5% met ingang van 01.01.2021 vide Notificatie nr. 94/2020-Central Tax van 22 december, 2020). Zij bepaalt dat ITC hier na in de GSTR-3B alleen kan worden geclaimd tot een bedrag van 120% van de in aanmerking komende ITC die in de GSTR-2A in totaal is weergegeven.
Voorschrift 36(4) betreft de beperking van het gebruik van ITC in gevallen waarin GSTR-1 niet door de leveranciers is geüpload overeenkomstig onderafdeling (1) van artikel 37. Het is belangrijk op te merken dat deze nieuw ingevoegde regel een inhoudelijke voorwaarde is waaraan moet worden voldaan voor het gebruik van ITC in aanvulling op de voorwaarden die zijn voorgeschreven in sectie 16 van de CGST Act, 2017.
Voorbeeld: –
SN. | Particulier | Bedrag (in rs.) | |
a. | Eigenlijke ITC die voorkomt in GSTR2A (op basis van GSTR-1 ingediend door de tegenpartij) | 100 | |
b. | Toelaatbare ITC die niet voorkomt in GSTR2A (op basis van niet ingediend in GSTR-1 door de tegenpartij) | 40 | |
c. | Totaal toegestane ITC op inkomende leveringen (a+b) | 140 | |
Maximaal toegestane ITC in GSTR3B op zelfbeoordelingsbasis (a x 120%) | beoordelingsbasis (a x 120%) | 120 |
We weten dat vóór de invoering van de bovenstaande kennisgeving de volledige in aanmerking komende ITC van Rs 150 door de belastingbetaler kan worden benut in GSTR3B-aangifte. Met ingang van 9 oktober 2019 kan echter van de in aanmerking komende ITC die niet in GSTR2A van Rs 50 verschijnt, een bedrag van Rs 20 alleen worden geclaimd in GSTR3B van de lopende maand. De resterende ITC van Rs 30 kan in de daaropvolgende maanden worden geclaimd wanneer de leveranciers de desbetreffende facturen in GSTR1 uploaden.
#Alleen ter informatie: de ITC die eenmaal is benut volgens afdeling 16 (regels daarvoor), wordt gecrediteerd in het Electronic Credit-grootboek van de geregistreerde persoon en kan worden gebruikt voor de betaling van outputbelasting zoals bepaald in afdeling 49 van de CGST Act, 2017.
Regel 36(4) bij Notification No. 94/2020-Central Tax d.d. 22 december, 2020.
Na de wijziging in regel 36(4) door Notification No. 94/2020-Central Tax d.d. 22 december, 2020, kan deze als volgt worden gelezen-
“(4) Input tax credit te verkrijgen door een geregistreerde persoon met betrekking tot facturen of debetnota’s, waarvan de details niet zijn verstrekt in Form GSTR-1 of met behulp van de factuur verstrekkingsfaciliteit, mag niet meer bedragen dan 5 procent. van het in aanmerking komende krediet dat beschikbaar is met betrekking tot facturen of debetnota’s waarvan de gegevens zijn verstrekt in formulier GSTR-1 of met gebruikmaking van de faciliteit voor het verstrekken van facturen.”.
Samengevatte positie vóór en na invoering van regel 36(4) w.e.f. 09.10.2019 en met de laatste wijziging vide Notification No. 94/2020-Central Tax van 22 december, 2020.
ITC-mechanisme vóór invoering van regel 36(4) (vóór 09.10.2019):-
ITC-mechanisme na invoering van regel 36(4) (d.w.z. w.z. 09.10.2019 t/m 31.12.2019):-
ITC-mechanisme na invoering van regel 36(4) (d.w.z. w.z.d.w.z. w.z. 01.01.2020 t/m 31.12.2020):-
ITC-mechanisme na invoering van regel 36(4) (d.w.z. w.z. 01.01.2021):-
Ontwerpen en verduidelijkingen bij circulaire nr. 123/42/2019 GST d.d. 11 november, 2019.
Daarnaast is het ook noodzakelijk en belangrijk om te praten over Circulaire nr. 123/42/2019 GST d.d. 11 november, 2019, uitgegeven door de Centrale Regering, in de uitoefening van haar bevoegdheden verleend op grond van artikel 168, lid 1, van de CGST Act, 2017, die verschillende kwesties verduidelijken om uniformiteit in de uitvoering van de bepalingen van de wet in alle veldformaties te waarborgen. De belangrijke verduidelijkingen zijn volgens de bovenstaande circulaire zijn als volgt-
Zelfbeoordelingsgrondslag: Aangezien dit een nieuwe bepaling is, wordt de beperking niet opgelegd via het gemeenschappelijke portaal en is het de verantwoordelijkheid van de belastingbetaler dat het krediet in de zin van de genoemde regel een vailed is en daarom zal het gebruik van het beperkte krediet in de zin van subregel (4) van regel 36 van de CGST-regels door de belastingbetalers op zelfbeoordelingsbasis worden gedaan.
Overige verschillende kwesties in verband met de tenuitvoerlegging van de genoemde subregel zijn onderzocht en de verduidelijking op elk van deze punten is als volgt: –
Sl No. | Issue | Clarification | ||||||||||||||||
1 | Wat zijn de facturen / debetnota’s waarop de beperking op grond van regel 36, lid 4, van de CGST-regels van toepassing is? | De beperking op het gebruik van de ITC geldt alleen voor facturen/debetnota’s waarvan de leveranciers de gegevens krachtens artikel 37, lid 1, moeten uploaden en die niet zijn geüpload. Belastingplichtigen kunnen derhalve gebruik maken van volledige ITC met betrekking tot bij invoer betaalde IGST, in het kader van RCM afgegeven documenten, van ISD ontvangen krediet enz. die buiten de werkingssfeer van afdeling 37, onderafdeling 1, vallen, op voorwaarde dat zij aan de voorwaarden voor het gebruik van ITC voldoen. De beperking van 36, lid 4, zal alleen van toepassing zijn op de facturen / debetnota’s waarop het krediet na 09.10.2019 wordt benut. | ||||||||||||||||
2 | Wordt de genoemde beperking leveranciergewijs of op geconsolideerde basis berekend? | De opgelegde beperking is niet leveranciergewijs. Het krachtens sub-rule (4) van regel 36 beschikbare krediet is gekoppeld aan het totale in aanmerking komende krediet van alle leveranciers voor alle leveringen waarvan de details door de leveranciers zijn geupload. Voorts wordt de berekening alleen gebaseerd op facturen die voor ITC in aanmerking komen. Bijgevolg zouden de facturen waarvoor op grond van een van de bepalingen (bijvoorbeeld onderafdeling 5 van afdeling 17) geen ITC beschikbaar is, niet in aanmerking worden genomen voor de berekening van 20% van het beschikbare rechtmatige krediet. | ||||||||||||||||
3 | FORM GSTR-2A is een dynamisch document. Wat zou het bedrag zijn van het voorbelastingkrediet dat voor een bepaalde belastingperiode voor de belastingplichtigen toelaatbaar is met betrekking tot facturen/debetnota’s waarvan de gegevens niet door de leveranciers zijn geüpload? | Het bedrag van het inputbelastingkrediet met betrekking tot de facturen/debetnota’s waarvan de gegevens niet door de leveranciers zijn geüpload, mag niet meer bedragen dan 20% van het in aanmerking komende inputbelastingkrediet waarover de ontvanger beschikt met betrekking tot de facturen of debetnota’s waarvan de gegevens door de leveranciers krachtens afdeling 37, onderafdeling 1, zijn geüpload op de uiterste datum van indiening van de aangiften in FORM GSTR-1 van de leveranciers voor de genoemde belastingperiode. De belastingplichtige kan dit nagaan aan de hand van zijn automatisch ingevulde FORM GSTR 2A zoals beschikbaar op de uiterste datum van indiening van FORM GSTR-1 overeenkomstig onderafdeling (1) van afdeling 37. | ||||||||||||||||
4 | Hoeveel ITC een geregistreerde belastingbetaler in zijn FORM GSTR-3B in een maand kan genieten indien de details van sommige van de facturen niet door de leveranciers krachtens onderafdeling (1) van afdeling 37 zijn geupload. | Sub-regel (4) van regel 36 schrijft voor dat de door een geregistreerde persoon te verkrijgen ITC met betrekking tot facturen of debetnota’s waarvan de gegevens niet door de leveranciers overeenkomstig onderafdeling (1) van afdeling 37 zijn geüpload, niet meer mag bedragen dan 20 procent van het beschikbare in aanmerking komende krediet met betrekking tot facturen of debetnota’s waarvan de gegevens door de leveranciers overeenkomstig onderafdeling (1) van afdeling 37 zijn geüpload. De toelaatbare internationale handelskredietfaciliteiten die kunnen worden benut, worden hieronder aan de hand van voorbeelden in tabelvorm toegelicht.
In de illustraties, stel een belastingplichtige “R” ontvangt 100 facturen (voor actieve levering van goederen of diensten) met een ITC van Rs. 10 lakhs, van verschillende leveranciers in de maand oktober 2019 en moet ITC claimen in zijn FORM GSTR-3B van oktober, in te dienen voor 20 november 2019.
|
||||||||||||||||
5 | Wanneer kan de saldo-ITC worden geclaimd ingeval het gebruik van de ITC is beperkt overeenkomstig de bepalingen van regel 36, lid 4? | De saldo-ITC kan door de belastingplichtige in elk van de opeenvolgende maanden worden geclaimd, mits de gegevens van de vereiste facturen door de leveranciers worden geüpload. Hij kan aanspraak maken op een evenredige ITC naarmate de gegevens van sommige facturen door de leveranciers worden geüpload, mits het tegoed op facturen waarvan de gegevens niet zijn geüpload (overeenkomstig sectie 37, onderafdeling 1) onder 20% blijft van het in aanmerking komende tegoed op de voorbelasting waarvan de gegevens door de leveranciers zijn geüpload. Volledige ITC van het resterende bedrag kan worden verkregen, in dit voorbeeld door “R”, indien de totale ITC met betrekking tot facturen waarvan de gegevens zijn geüpload, 8,3 lakhs (10 lakhs / 1,20) bedraagt. Met andere woorden, de belastingplichtige kan met betrekking tot een belastingtijdvak gebruik maken van de volledige ITC, naarmate de leveranciers de facturen uploaden ten belope van de in aanmerking komende ITC/ 1.2. Hetzelfde wordt voor de gevallen nrs. 1 en 2 van de illustraties in Sl.3 hierboven als volgt toegelicht:
|
*****
Disclaimer: Niets in dit document mag worden opgevat als een juridisch advies of standpunt van een van de auteurs en de inhoud mag uitsluitend voor educatieve doeleinden worden gebruikt.