Slag bij Bladensburg

De slag bij Bladensburg, 24 augustus 1814, eindigde in een nederlaag voor de Verenigde Staten en maakte de weg vrij voor Britse troepen om Washington, DC, binnen te vallen. Richard Schlecht

“De vijand is in volle opmars naar Washington. Zorg dat je het materiaal hebt om de bruggen te vernietigen.”
– Minister van Buitenlandse Zaken James Monroe aan President James Madison, 23 augustus 1814

Toen Britse schepen en landtroepen vanaf de landing in Benedict, Maryland, noordwaarts trokken, lieten ze de Amerikanen in het ongewisse. Zou het doel Baltimore of Washington zijn?
Toen duidelijk was dat de invasiemacht op weg was naar Washington, hadden de Amerikanen weinig tijd om zich voor te bereiden. Ze stelden inderhaast drie verdedigingslinies op bij de havenstad Bladensburg, waar de Britten de oostelijke tak van de rivier de Potomac zouden oversteken, tegenwoordig bekend als de Anacostia.
De tegenover elkaar staande troepen kwamen op 24 augustus 1814 even ten westen van Bladensburg tegenover elkaar te staan, in drie uur van hevige gevechten. Hoewel ze in aantal superieur waren, waren de meeste Amerikaanse verdedigingstroepen slecht getraind, slecht uitgerust en zo opgesteld dat de linies elkaar niet konden ondersteunen. Ze waren geen partij voor het doorgewinterde Britse leger.
De Britten bestormden de brug en staken, na één mislukte poging, de rivier over en drongen de Amerikanen terug. De eerste verdedigingslinie viel in de tweede, en al snel heerste er verwarring en paniek in de Amerikaanse gelederen.
Alleen de derde verdedigingslinie maakte heldhaftig stand. Daar hield commodore Joshua Barney, samen met ongeveer 400 flottieljesmannen, 114 Amerikaanse mariniers en militieleden, de Britse opmars tegen totdat de verdedigers werden overvleugeld en hun commandant, Barney, gewond raakte.
President James Madison en verschillende kabinetsleden waren die dag op het slagveld. Toen ze zagen dat de Amerikanen op de vlucht sloegen, sloegen ze snel op de vlucht naar Washington en stuurden First Lady Dolley Madison en anderen het bericht dat ze zoveel mogelijk bezittingen moesten redden en vluchten.
Die nacht bezetten de Britse overwinnaars de Nation’s Capital en verwoestten de meeste openbare gebouwen. De nederlaag bij Bladensburg en de vijandelijke bezetting van de hoofdstad maakten 24 augustus tot de donkerste dag van de oorlog voor de Verenigde Staten.