Structuur en functie van de tricuspide en bicuspide regurgitant aortaklep: een echocardiografisch onderzoek

Doelstellingen: De opkomende nieuwe behandelingsmogelijkheden voor aortaklepaandoeningen vragen om een meer verfijnde diagnostiek. Wij beoogden de echocardiografische pathofysiologie en kenmerken van de zuiver regurgitante aortaklep in detail te beschrijven.

Methoden: Negenentwintig mannen, met chronische aortaregurgitatie zonder concomitante hartziekte verwezen voor aortaklepinterventie, ondergingen 2D transoesofageale echocardiografisch (TEE) onderzoek voorafgaand aan de operatie volgens een eerder gepubliceerde matrix. Metingen van het aortaklepapparaat in lange en korte as-aanzicht werden uitgevoerd in systole en diastole en off-line geanalyseerd. De aortakleppen werden gegroepeerd als tricuspid (TAV) of bicuspid (BAV), en geclassificeerd volgens regurgitatiemechanisme.

Resultaten: Vierentwintig onderzoeken kwamen in aanmerking voor analyse, waarvan 13 TAV en 11 BAV vertoonden. Het regurgitatiemechanisme werd geclassificeerd als dilatatie van de aorta in 6 gevallen, als prolaps in 11 gevallen en als slechte cusp weefselkwaliteit of -kwantiteit in 7 gevallen. De ventriculo-aortale junctie (VAJ) en klepopening waren nauw verwant (TAV r = 0,5, BAV r = 0,73), maar er werd geen correlatie gevonden tussen de VAJ en de maximale sinusdiameter (maxSiD) of de sinotubulaire junctie (STJ). De STJ en maxSiD waren echter significant gerelateerd (TAV vs BAV: systole r = 0,9, r = 0,8; diastole r = 0,9, r = 0,7) en vormden een geheel. De samengevoegde BAV slagtanden waren korter dan de voorste slagtanden in gesloten toestand (P = 0,002); de intercommissurele afstanden van de slagtanden in de BAV groep waren significant verschillend (P = 0,001 resp. 0,03) in zowel systole als diastole.

Conclusies: De VAJ was onafhankelijk van andere aortadimensies en moet daarom worden beschouwd als een afzonderlijke entiteit met invloed op klepopening. De gedetailleerde 2D TEE metingen van deze studie voegen verdere belangrijke informatie toe aan onze kennis over de functie en echocardiografische anatomie van de pathologische aortaklep en -wortel, hetzij als een op zichzelf staand onderzoek of als een benchmark en aanvulling op 3D echocardiografie. Dit kan van invloed zijn op beslissingen over de repareerbaarheid van de natieve aortaklep.