Tegen-elektromotorische kracht

Bij voorbeeld, de spanning die over een spoel of spoel verschijnt is het gevolg van een verandering in stroom die een verandering in het magnetisch veld binnen de spoel veroorzaakt, en daardoor de zelfgeïnduceerde spanning. De polariteit van de spanning op elk moment is tegengesteld aan die van de verandering in toegepaste spanning, om de stroom constant te houden.

De term achterwaartse elektromotorische kracht wordt ook vaak gebruikt om te verwijzen naar de spanning die optreedt in elektrische motoren waar er relatieve beweging is tussen het anker en het magnetische veld dat wordt geproduceerd door de veldspoelen of het permanente magneetveld van de motor, waardoor het ook werkt als een generator terwijl het als een motor werkt. Dit effect is niet te wijten aan de inductantie van de motor, die een spanning opwekt tegen een veranderende stroom in via de wet van Faraday, maar aan een afzonderlijk verschijnsel. Dat wil zeggen, de back-EMF is ook te wijten aan inductantie en de wet van Faraday, maar treedt op zelfs als de motorstroom niet verandert, en ontstaat uit de geometrische overwegingen van een anker dat in een magnetisch veld ronddraait.

Deze spanning staat in serie met en is tegengesteld aan de oorspronkelijk toegepaste spanning en wordt “achterwaartse elektromotorische kracht” genoemd (volgens de wet van Lenz). Bij een lagere totale spanning over de inwendige weerstand van de motor naarmate de motor sneller draait, neemt de stroom die in de motor vloeit af. Een praktische toepassing van dit verschijnsel is het indirect meten van de motorsnelheid en -positie, aangezien de back-EMF evenredig is met de rotatiesnelheid van het anker.

In de motorbesturing en robotica verwijst back-EMF vaak het meest specifiek naar het daadwerkelijk gebruiken van de spanning die door een draaiende motor wordt opgewekt om de rotatiesnelheid van de motor af te leiden, voor gebruik bij het beter besturen van de motor op specifieke manieren.

Om het effect van back-EMF van een motor waar te nemen, kan men deze eenvoudige oefening uitvoeren: met een gloeilamp aan, laat men een grote motor zoals een boormachine, zaag, aircocompressor, of stofzuiger starten. Het licht kan kort dimmen als de motor start. Wanneer het anker niet draait (gesloten rotor genoemd) is er geen tegen-EMF en is de stroomopname van de motor vrij hoog. Als de aanloopstroom van de motor hoog genoeg is, zal hij de netspanning voldoende omlaag trekken om het licht merkbaar te dimmen.