Verklaring over de tweede vergadering van het Comité voor noodgevallen van de Internationale Gezondheidsregeling (2005) betreffende de uitbraak van het nieuwe coronavirus (2019-nCoV)
De tweede vergadering van het Comité voor noodgevallen, bijeengeroepen door de directeur-generaal van de WHO krachtens de Internationale Gezondheidsregeling (IHR) (2005) betreffende de uitbraak van het nieuwe coronavirus 2019 in de Volksrepubliek China, met export naar andere landen, vond plaats op donderdag 30 januari 2020, van 13:30 tot 18:35 uur Geneefse tijd (CEST). De rol van het comité is advies te geven aan de directeur-generaal, die de uiteindelijke beslissing neemt over de vaststelling van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang (PHEIC). Het comité geeft ook advies over de volksgezondheid of stelt zo nodig formele tijdelijke aanbevelingen voor.
Verslagen van de vergadering
De leden en adviseurs van het Comité voor noodgevallen waren per teleconferentie bijeengeroepen
De directeur-generaal heette het Comité welkom en dankte hen voor hun steun. Hij draagt de vergadering over aan de voorzitter, professor Didier Houssin.
Professor Houssin heet het Comité eveneens welkom en geeft het woord aan het Secretariaat.
Een vertegenwoordiger van het departement compliance, risicobeheer en ethiek lichtte de leden van het Comité in over hun rol en verantwoordelijkheden.
De leden van het Comité werden herinnerd aan hun geheimhoudingsplicht en aan hun verantwoordelijkheid om persoonlijke, financiële of professionele banden bekend te maken die als een belangenconflict zouden kunnen worden beschouwd. Elk lid dat aanwezig was, werd ondervraagd en er werden geen belangenconflicten relevant geacht voor de vergadering. Er waren geen wijzigingen sinds de vorige vergadering.
De voorzitter neemt vervolgens de agenda van de vergadering door en stelt de presentatoren voor.
Vertegenwoordigers van het Ministerie van Volksgezondheid van de Volksrepubliek China brachten verslag uit over de huidige situatie en de volksgezondheidsmaatregelen die worden genomen. In het hele land zijn er nu 7711 bevestigde en 12167 verdachte gevallen. Van de bevestigde gevallen zijn er 1370 ernstig en 170 mensen zijn overleden. 124 mensen zijn hersteld en uit het ziekenhuis ontslagen.
Het secretariaat van de WHO heeft een overzicht gegeven van de situatie in andere landen. Er zijn nu 83 gevallen in 18 landen. Daarvan hadden er slechts 7 geen voorgeschiedenis van reizen naar China. Er is overdracht van mens op mens geweest in 3 landen buiten China. Eén van deze gevallen is ernstig en er zijn geen doden gevallen.
Tijdens zijn eerste vergadering heeft het comité uiteenlopende standpunten ingenomen over de vraag of deze gebeurtenis al dan niet een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang vormt. Het advies luidde toen dat de gebeurtenis geen noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang vormt, maar de leden van het comité waren het eens over de urgentie van de situatie en stelden voor dat het comité zijn vergadering de volgende dag zou voortzetten, toen het tot dezelfde conclusie kwam.
Deze tweede vergadering vindt plaats omdat het aantal gevallen aanzienlijk is toegenomen en nog meer landen bevestigde gevallen hebben gemeld.
Conclusies en advies
Het Comité was ingenomen met het leiderschap en de politieke inzet van de allerhoogste niveaus van de Chinese regering, hun streven naar transparantie, en de inspanningen die zijn geleverd om de huidige uitbraak te onderzoeken en in te dammen. China heeft het virus snel geïdentificeerd en de sequentie ervan gedeeld, zodat andere landen snel een diagnose konden stellen en zich konden beschermen, hetgeen heeft geleid tot de snelle ontwikkeling van diagnostische instrumenten.
De zeer krachtige maatregelen die het land heeft genomen, omvatten dagelijks contact met de WHO en een brede multisectorale aanpak om verdere verspreiding te voorkomen. Het heeft ook volksgezondheidsmaatregelen genomen in andere steden en provincies; het voert studies uit naar de ernst en de overdraagbaarheid van het virus, en deelt gegevens en biologisch materiaal. Het land heeft er ook mee ingestemd samen te werken met andere landen die hun steun nodig hebben. De maatregelen die China heeft genomen zijn niet alleen goed voor dat land, maar ook voor de rest van de wereld.
Het Comité erkent de leidende rol van de WHO en haar partners.
Het comité erkende ook dat er nog veel onbekend is, dat er nu in één maand gevallen zijn gemeld in vijf regio’s van de WHO, en dat overdracht van mens op mens heeft plaatsgevonden buiten Wuhan en buiten China.
Het Comité is van mening dat het nog steeds mogelijk is de verspreiding van het virus te stoppen, op voorwaarde dat de landen krachtige maatregelen nemen om de ziekte vroegtijdig op te sporen, de gevallen te isoleren en te behandelen, de contacten op te sporen en sociale afstandsmaatregelen te bevorderen die in verhouding staan tot het risico. Er zij op gewezen dat, naarmate de situatie zich verder ontwikkelt, ook de strategische doelstellingen en maatregelen om de verspreiding van de infectie te voorkomen en te beperken, zullen evolueren. Het Comité was het erover eens dat de uitbraak nu voldoet aan de criteria voor een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang en stelde voor de volgende adviezen uit te brengen als tijdelijke aanbevelingen.
Het Comité benadrukte dat de afkondiging van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang moet worden gezien in de geest van steun en waardering voor China, zijn bevolking en de acties die China in de frontlinie van deze uitbraak heeft ondernomen, met transparantie en, naar mag worden gehoopt, met succes. In overeenstemming met de behoefte aan wereldwijde solidariteit, is het Comité van mening dat een wereldwijde gecoördineerde inspanning nodig is om de paraatheid te vergroten in andere regio’s van de wereld die daarvoor wellicht extra steun nodig hebben.
Advies aan de WHO
Het Comité was ingenomen met een op handen zijnde multidisciplinaire technische missie van de WHO naar China, waaraan nationale en lokale deskundigen zullen deelnemen. De missie moet de inspanningen evalueren en ondersteunen om de dierlijke bron van de uitbraak, het klinische spectrum van de ziekte en de ernst ervan, de omvang van de overdracht van mens op mens in de gemeenschap en in de gezondheidsinstellingen, en de inspanningen om de uitbraak onder controle te krijgen, te onderzoeken. Deze missie zal informatie verstrekken aan de internationale gemeenschap om te helpen de situatie en de gevolgen ervan te begrijpen en de uitwisseling van ervaringen en succesvolle maatregelen mogelijk te maken.
Het Comité wenste opnieuw het belang te benadrukken van onderzoek naar de mogelijke bron, om verborgen transmissie uit te sluiten en informatie te verstrekken over risicobeheersmaatregelen
Het Comité benadrukte ook de noodzaak van versterkt toezicht in regio’s buiten Hubei, met inbegrip van pathogene genomische sequentiebepaling, om te begrijpen of er zich lokale transmissiecycli voordoen.
De WHO moet gebruik blijven maken van haar netwerken van technische deskundigen om te beoordelen hoe deze uitbraak wereldwijd het best kan worden bedwongen.
De WHO moet meer steun verlenen bij de voorbereiding en de reactie, vooral in kwetsbare landen en regio’s.
Er moeten maatregelen worden ontwikkeld om te zorgen voor een snelle ontwikkeling van en toegang tot potentiële vaccins, diagnostica, antivirale geneesmiddelen en andere therapeutische middelen voor landen met een laag en gemiddeld inkomen.
De WHO moet alle nodige technische en operationele steun blijven verlenen om op deze uitbraak te reageren, onder meer met haar uitgebreide netwerken van partners en samenwerkende instellingen, om een alomvattende risicocommunicatiestrategie uit te voeren, en om de voortgang van het onderzoek en de wetenschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot dit nieuwe coronavirus mogelijk te maken.
De WHO moet blijven nagaan of het wenselijk is een tussenliggend alarmniveau te creëren tussen de binaire mogelijkheden van wel of geen noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid van internationaal belang, op een wijze die geen heropening van de onderhandelingen over de tekst van de IGR (2005) vereist.
De WHO moet de situatie tijdig en op transparante wijze evalueren en zijn op bewijsmateriaal gebaseerde aanbevelingen actualiseren.
Het Comité beveelt op basis van de thans beschikbare informatie geen reis- of handelsbeperkingen aan.
De directeur-generaal verklaarde dat de uitbraak van 2019-nCoV een PHEIC vormt en aanvaardde het advies van het comité en bracht dit advies uit als tijdelijke aanbevelingen in het kader van de IGR.
Aan de Volksrepubliek China
Doorgaan met:
– Uitvoering van een alomvattende risicocommunicatiestrategie om de bevolking regelmatig te informeren over de ontwikkeling van de uitbraak, de preventie- en beschermingsmaatregelen voor de bevolking, en de responsmaatregelen die zijn genomen om de uitbraak in te dammen.
-Versterken van de volksgezondheidsmaatregelen om de huidige uitbraak in te dammen.
-Versterken van de veerkracht van het stelsel van gezondheidszorg en beschermen van de gezondheidswerkers.
– Verbetering van de surveillance en actieve opsporing van ziektegevallen in heel China.
– Samenwerking met de WHO en partners om onderzoek te doen naar de epidemiologie en de ontwikkeling van deze uitbraak, en naar maatregelen om de uitbraak in te dammen.
– Uitwisseling van relevante gegevens over ziektegevallen bij mensen.
– De zoönotische bron van de uitbraak blijven opsporen, en met name de mogelijkheid van circulatie met de WHO zodra die beschikbaar is.
– Screening bij vertrek op internationale luchthavens en havens, met het oog op de vroege opsporing van symptomatische reizigers voor verdere evaluatie en behandeling, terwijl het internationale verkeer zo min mogelijk wordt gehinderd.
Aan alle landen
Wordt verwacht dat zich in elk land verdere internationale export van gevallen kan voordoen. Daarom moeten alle landen voorbereid zijn op inperking, met inbegrip van actieve surveillance, vroegtijdige opsporing, isolatie en case management, tracering van contacten en preventie van verdere verspreiding van 2019-nCoV-infectie, en om alle gegevens met de WHO te delen. Technisch advies is beschikbaar op de website van de WHO.
Landen worden eraan herinnerd dat zij wettelijk verplicht zijn informatie met de WHO te delen in het kader van de IGR.
De ontdekking van 2019-nCoV bij een dier (met inbegrip van informatie over de diersoort, diagnostische tests en relevante epidemiologische informatie) moet aan de Werelddiergezondheidsorganisatie (OIE) worden gemeld als een nieuwe ziekte.
Landen moeten bijzondere nadruk leggen op het terugdringen van de infectie bij de mens, het voorkomen van secundaire overdracht en internationale verspreiding, en het bijdragen aan de internationale reactie door multisectorale communicatie en samenwerking en actieve deelname aan het vergroten van de kennis over het virus en de ziekte, en het bevorderen van onderzoek.
Het Comité beveelt op basis van de thans beschikbare informatie geen reis- of handelsbeperkingen aan.
Landen moeten de WHO informeren over genomen reismaatregelen, zoals voorgeschreven door de IGR. De landen worden gewaarschuwd tegen maatregelen die stigmatisering of discriminatie in de hand werken, overeenkomstig de beginselen van artikel 3 van de IGR.
Het Comité heeft de directeur-generaal verzocht over deze kwesties nader advies uit te brengen en zo nodig nieuwe aanbevelingen per geval te doen, gelet op deze snel evoluerende situatie.
Aan de wereldgemeenschap
Aangezien dit een nieuw coronavirus is, en eerder is gebleken dat soortgelijke coronavirussen aanzienlijke inspanningen vergden om een regelmatige uitwisseling van informatie en onderzoek mogelijk te maken, moet de wereldgemeenschap solidair blijven en blijven samenwerken, overeenkomstig artikel 44 van de IGR (2005), door elkaar te steunen bij de identificatie van de bron van dit nieuwe virus, het volledige potentieel voor overdracht van mens op mens, de paraatheid voor een mogelijke invoer van gevallen, en het onderzoek voor de ontwikkeling van de nodige behandeling.
Landen met lage en middellage inkomens steun verlenen om hen in staat te stellen op deze gebeurtenis te reageren, alsmede om de toegang tot diagnostica, mogelijke vaccins en therapeutische middelen te vergemakkelijken.
Op grond van artikel 43 van de IGR zijn de verdragsstaten die aanvullende gezondheidsmaatregelen uitvoeren die het internationale verkeer aanzienlijk belemmeren (weigering van toegang of vertrek van internationale reizigers, bagage, vracht, containers, transportmiddelen, goederen en dergelijke, of vertraging daarvan, gedurende meer dan 24 uur), verplicht de WHO binnen 48 uur na de uitvoering van de maatregelen de redenen en rechtvaardiging op het gebied van de volksgezondheid te doen toekomen. De WHO zal de motivering beoordelen en kan landen verzoeken hun maatregelen te heroverwegen. De WHO is verplicht de informatie over de maatregelen en de ontvangen motivering met de andere verdragsluitende staten te delen.
Het Comité voor noodgevallen wordt binnen drie maanden of eerder, naar goeddunken van de directeur-generaal, opnieuw bijeengeroepen.
De directeur-generaal dankt het comité voor zijn werk.