Voorbeelden van Allegorieën versus Metaforen
Wanneer een schrijver een complex idee of beeld wil uitdrukken, kan hij gebruik maken van figuurlijke taal, zoals metaforen en allegorieën. Figuratieve taal verfraait iemands schrijven en maakt het duidelijker. Hoewel metaforen en allegorieën gelijksoortige literaire middelen lijken die een verhaal interessanter maken, zijn er toch duidelijke verschillen in hun definities, gebruik en toepassing.
Metaforen vergelijken ongerelateerde dingen
Een metafoor is een vorm van figuurlijke taal die iets beschrijft als iets dat het niet is. De Universiteit van North Carolina Pemborke stelt dat het gebruik van een metafoor nieuwe en interessante kwaliteiten van het onderwerp in kwestie kan onthullen die een lezer eerder niet belangrijk vond of zelfs maar opmerkte. Het apparaat kan een gevoel van stijl geven aan een literair werk, en voegt nieuwe betekenissen toe aan anders gewone objecten, ideeën, mensen, gebeurtenissen en plaatsen.
Voorbeelden van metaforen
William Shakespeare zegt in “As You Like It” dat de wereld een podium is en dat mensen acteurs in een show zijn die het podium op en af gaan. Dit is een metafoor omdat de wereld geen letterlijk toneel is en mensen geen acteurs zijn die leven volgens een script. De woorden in de monoloog van het stuk verwijzen naar de stadia van het leven, inclusief de kindertijd en de dood. Schrijfster Virginia Woolf zei ooit: “Boeken zijn de spiegels van de ziel,” in “Between the Acts,” en de metafoor vond zijn weg naar politiek en sociaal commentaar toen Karl Marx religie “het opium van de massa” noemde.”
Uitdrukking met behulp van symboliek
In de literatuur is een allegorie een verhaal dat gebruik maakt van symbolische objecten, personages, figuren of acties om ideeën of waarheden over de menselijke natuur, politieke situaties of historische gebeurtenissen uit te drukken, volgens het Merriam-Webster woordenboek. Het verschil tussen een allegorie en een metafoor is dat een allegorie een verhaal in zijn geheel gebruikt om een idee uit te drukken of een les te leren, terwijl een metafoor een woord of zin gebruikt om een idee weer te geven.
Voorbeelden van Allegorieën
De verhalen in “Aesop’s Fabels” zijn allegorisch, omdat het vertellingen zijn met een onderliggende boodschap. Het verhaal van “De Jongen die Wolven Schreeuwde” gaat bijvoorbeeld over een jongen die beweert een wolf te zien, terwijl dat niet zo is. Wanneer hij werkelijk een wolf ziet, gelooft niemand hem. Het onderliggende verhaal is dat een leugenaar niet veel nodig heeft om het vertrouwen van anderen te verliezen, wat hem kan schaden in een tijd van nood. Edmund Spencer’s epische gedicht “The Faerie Queen” is een allegorie. Het verhaal van het gedicht gaat over ridders in Faerieland en hun deugden. In de “Brief aan de Auteurs” verklaart Spencer dat hij de allegorie in het epos gebruikte om de lezers te leren deugdzaam te handelen en “zachte discipline” te beoefenen.