Wat is angst?

Anxiety Treatment

Angststoornissen kunnen worden behandeld met een combinatie van farmacologische therapie en psychotherapie. Studies hebben aangetoond dat wanneer deze behandelingen in combinatie met elkaar worden gebruikt, ze een sneller klinisch resultaat en langduriger effect hebben. De twee klassen van farmacologische therapie die gebruikt worden om dit soort stoornissen te behandelen zijn antidepressiva en benzodiazepines. Psychotherapie gebruikt om deze stoornissen te behandelen zijn cognitieve gedragstherapie, cognitieve therapie, en toegepaste ontspanning zijn bekende eerstelijns therapie benaderingen.

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is een van de meest gebruikte en algemeen geaccepteerde psychotherapie behandelingen voor angst. Deze behandelingsmodaliteit maakt gebruik van een combinatie van interventies zoals blootstelling aan zorgen, toegepaste ontspanning, psycho-educatie, cognitieve re-structurering en probleemoplossende vaardigheden om het individu te onderwijzen over zijn triggers en symptomen en maakt vervolgens gebruik van gedragsaanpassingen om hun irrationele gedachten en angsttriggers los te laten.

In termen van medicatie is een antidepressivum het eerstelijns farmacologische middel dat wordt gebruikt om angst te behandelen. Selectieve serotonine heropname remmers (SSRI’s) en selectieve noradrenaline heropname remmers (SNRI’s) zijn de meest gebruikte antidepressiva om het te behandelen. Deze medicijnen werken door het verhogen van het serotonine- of noradrenalinegehalte in de hersenen. Dit zijn neuronale hormonen, formeel neurotransmitters genoemd, die een rol spelen bij stemming en angst.

Andere farmacologische middelen die als tweedelijnsbehandeling voor angst worden gebruikt, kunnen benzodiazepinen en buspiron omvatten, wat een middel is dat specifiek wordt gebruikt voor gegeneraliseerde angststoornis en in een eigen klasse valt.

Benzodiazepinen zijn algemeen bekend als “zenuwpillen” of “angstpillen” en worden over het algemeen voorgeschreven voor kortdurend gebruik in acute episodes, omdat bekend is dat ze een sterk verslavingspotentieel hebben. Benzodiazepinen werken op dezelfde receptor in de hersenen als alcohol, en daarom mag deze klasse van medicatie nooit worden ingenomen in combinatie met alcohol.