Hoe ik van anorexia herstelde – en hoe ik altijd in herstel zal zijn
Vier jaar geleden erkende en accepteerde ik dat ik alles in mijn leven op pauze moest zetten om me op mijn geestelijke gezondheid te richten. Ik worstelde met anorexia en het had even geduurd voor ik dat had toegegeven. Ik was niet langer de beste versie van mezelf, maar ik wilde dat wel zijn, en ik was vastbesloten om haar terug te brengen.
Mijn laatste jaar op de universiteit begon goed. Ik vierde mijn 21e verjaardag met de hulp van een paar vrienden, ik was hals over kop verliefd op mijn eerste vriendje, en ik woonde in een huis met een aantal van mijn sorority zusters. Ik studeerde af in basisonderwijs, om lerares te worden. Toen ik na de vakantie terugkwam voor mijn laatste semester, werd ik aangesteld als hoofdonderwijzeres in een klas van de tweede graad. Ik had opgewonden moeten zijn. Een eigen klaslokaal was waar ik vier jaar lang naar uitgekeken had. Maar zo voelde ik het niet, en ik wist niet waarom.
Het semester was zwaar. Mijn schooldistrict lag op een uur rijden. Om op tijd op school te zijn, moest ik om half zes ’s ochtends van huis. Ik bleef tot vijf uur ’s middags op mijn werk om lesplannen voor te bereiden. Ik werkte 12 uur per dag, terwijl mijn vrienden hun studie handig hadden afgestemd op het zwembadfeestseizoen van de Universiteit van Arizona. Ik herinnerde mezelf eraan dat deze zware routine een realistische voorbereiding was op de echte wereld, maar ik werd overspoeld door angst.
In de loop van de volgende maanden begon ik me extreem onzeker te voelen over zowel mezelf als de richting waarin mijn leven ging. Ik twijfelde over een carrière als leraar, en met het afstuderen snel naderend bleef ik tegen mezelf zeggen dat gedachten als deze normaal moesten zijn, iedereen moest ze hebben. Ik begon in de spiegel te kijken om mezelf ~pep talks~ te geven omdat-je-weet-wel-positieve affirmaties. Maar op een gegeven moment veranderden mijn spiegel-gespiegelde peptalks in lichaamsscans. Ik merkte dat ik mijn shirt optilde om de grootte van mijn buik te zien. Ik was gefixeerd geraakt op mijn lichaam zonder het zelf te beseffen. Ik begon te geloven dat als ik moeite had om externe stressfactoren onder controle te houden, ik op zijn minst mijn eigen lichaam onder controle kon houden.
In een oprechte poging om mijn stress op een gezonde manier te verlichten, deed ik meer mijn best om te gaan sporten en te socialiseren buiten het werk om. In het begin voelde ik me beter in mijn vel door te sporten en meer tijd met mijn vrienden door te brengen. Ik merkte niet dat mijn lichaam langzaam aan het verdwijnen was. Mijn vrienden en familie uitten hun bezorgdheid over mijn gezondheid, maar ik wuifde alles wat ze zeiden weg. Ik dacht dat ik het goed deed in mijn eentje. Ik dacht dat ik alles onder controle had. Ik weet nu dat ik in volledige ontkenning was.
De irrationele gedachten dat mijn lichaam en voedselinname het enige waren waar ik controle over had, verergerden en ik liet soms maaltijden helemaal achterwege, terwijl ik ernaar streefde om alle calorieën die ik wel at (en meer) te verbranden door te sporten. Mijn haar werd dunner, ik was al twee maanden niet ongesteld geweest, mijn stemmingen waren onrustig, mijn slaap was verstoord, mijn houding was niet prettig om bij in de buurt te zijn, ik was geobsedeerd geraakt door de regelmaat waarmee ik naar de sportschool ging en ik gedroeg me extreem anders dan mijn karakter. Iedereen kon het zien behalve ik en dus begon ik me af te zonderen. Ik verwierp alle ideeën dat er een groter probleem was dat de moeite waard was om aan te pakken. Ik deed mijn stress af als iets anders en zocht op WebMD naar plausibele verklaringen voor mijn symptomen (hormonale disbalans!).
Uiteindelijk besefte ik dat ik met iemand moest praten. Omdat ik mijn vader op jonge leeftijd had verloren, was ik in mijn leven al meerdere keren in en uit therapie geweest. In het verleden vond ik redenen om het uit te maken met mijn therapeuten, omdat ik het nooit leuk vond om mijn emoties onder ogen te moeten zien. Maar ik wist dat het nodig was. Ten eerste, door met een therapeut te werken zag ik in dat het zwaarste element dat me drukte was dat ik geen lerares wilde worden. Met mijn type-A persoonlijkheid en mijn afstuderen dat snel naderde, bracht dit besef me in een neerwaartse spiraal. Wat moest ik nu met mijn leven aanvangen?
Toen moest ik tot het besef komen dat ik in mijn wanhopige zoektocht naar controle was gaan worstelen met een vertekend lichaamsbeeld. Ik had mezelf ervan overtuigd dat als er iets was waar ik nog controle over had, en waar ik blij mee kon zijn, dat mijn figuur was. Maar het werd een obsessie die me in zijn greep kreeg. Mijn dokter moedigde me aan om mijn ongeordend eetgedrag aan te pakken en zette me aan tot herstel. Met de steun van familie, vrienden en mijn universiteit, die me verlof gaf, begon ik aan een intensief herstelprogramma van een maand.
Bij mijn aankomst in het afkickcentrum werd mijn mobiele telefoon in beslag genomen, zodat ik alleen twee keer per dag via een telefooncel met mijn familie kon communiceren en geen elektronica mocht gebruiken. Eenmaal in het ziekenhuis begon ik met “detoxen”, wat inhield dat ik de medicijnen die ik nam voor mijn ADHD moest afbouwen. Vergeet sap reinigingskuren – mijn strijd was echt. Zonder mijn reguliere medicijnen, waren mijn gedachten verward. En daar kwam nog bij dat het me ernstig constipeerde, waardoor ik een opgeblazen gevoel kreeg. Ik werd elke dag wakker gefixeerd op het idee dat ik niet naar de wc was geweest. Dan zocht ik de dichtstbijzijnde spiegel en tilde mijn shirt op om mijn spiegelbeeld te bekijken. Ik scande mijn lichaam om een mogelijke gewichtstoename van de vorige dag te bevestigen of te ontkennen. Mijn eetlust nam voortdurend toe, wat een pijnlijk mentaal getouwtrek veroorzaakte tussen weten dat ik honger had maar niet wilde eten omdat ik niet poepte. Ik was lichamelijk uitgeput.
Voor de afkickkliniek stapte ik drie tot zeven keer per dag op een weegschaal. Mijn eerste week in behandeling, begon elke ochtend hetzelfde. Ik vroeg of ik mezelf mocht wegen. “Nee.” Het antwoord zou nooit veranderen, en toch bleef ik het vragen. Als ik niet het antwoord kreeg dat ik wilde, werd ik hysterisch. Stel je een volwassene voor die een driftbui heeft over een weegschaal – dit was mijn realiteit. Uiteindelijk stopte ik met het stellen van de vraag. Dit was mijn eerste echte stap in het accepteren van mijn behandeling. Het was een uiterst kwetsbaar moment, waarop ik erkende dat mijn herstel niet succesvol zou zijn als ik het niet losliet en onbevangen toestond dat anderen de controle overnamen.
Tijdens mijn tweede week in de behandeling merkte ik dat iemand me volgde. Ik had een zogeheten “schaduw” gekregen. Mijn schaduw volgde me om ervoor te zorgen dat ik gezonde keuzes maakte. Als ik maaltijden oversloeg, zou ze dat aan mijn artsen melden. Ik voelde me verstikt, dus stemde ik toe in een ontmoeting met de voedingsdeskundige om te praten over het aannemen van gezonde eetgewoonten. Dit was moeilijk omdat ik moest toestaan dat iemand anders mijn maaltijden plande, wat ik liever zelf in de hand had. Het dwong me ook om over mijn eetgewoonten te praten en toe te geven dat ik maaltijden volledig oversloeg, wat me uit mijn comfortzone haalde. Na verloop van tijd begon ik mijn relatie met de voedingsdeskundige echter te waarderen en te appreciëren. Naarmate ik meer voedsel in mijn dieet en dagelijkse routine begon op te nemen, begon ik me beter te voelen en begon ik erop te vertrouwen dat zij echt het beste voor me wilde.
Naast mijn samenwerking met een voedingsdeskundige volgde ik vijf tot zeven therapiesessies per dag. Elke sessie was anders. Sommige sessies bestonden uit lichamelijke activiteiten zoals yoga of meditatie, terwijl andere sessies in groepsverband plaatsvonden. Mijn eerste groepstherapiesessie voelde alsof ik het leven beleefde met een snelheid van enkele WTF’s per minuut. Iedereen sprak over zijn gevoelens en wat hem naar de afkickkliniek had geleid. Toen, aan het einde van de bijeenkomst stonden we in een cirkel en sloegen de handen ineen. Plotseling werd er in de zaal een gebed gereciteerd dat ik niet kende:
God, geef me de kalmte om de dingen te aanvaarden die ik niet kan veranderen,
de moed om de dingen te veranderen die ik wel kan veranderen,
en de wijsheid om het verschil te kennen.
De eerste gedachte die door mijn hoofd spookte was dat ik mijn geld terug moest krijgen omdat deze afkickkliniek verdacht veel op een sekte leek. Was dit mijn inwijding!? Maar na verloop van tijd begon het gebed te resoneren. De vreemden werden al snel schouders waar ik op kon leunen, en als ik me uitliet over situaties met steeds terugkerende thema’s rond mijn controleproblemen, merkte ik dat het opzeggen van dit gebed me hielp om kalm te blijven en helderder te denken. Hoewel ik aanvankelijk de draak stak met het sereniteitsgebed, bleek het zeer therapeutisch te werken en draag ik het tot op de dag van vandaag bij me en pas ik het toe in alledaagse situaties.
Ik keerde terug naar de universiteit van Arizona en studeerde twee maanden later op tijd af. Terugkeren in mijn sociale kringen na de ontwenning was stressvol, maar door toe te passen wat ik de maand ervoor had geleerd, kon ik het aan.
En dat is wat ik vandaag de dag nog steeds doe. Na mijn afstuderen kwam ik terug naar New York City en begon meteen met een fulltime baan. Vier jaar zijn voorbij gevlogen en ik heb zeker zowel goede als slechte dagen gehad. Het zou oneerlijk zijn om niet te zeggen dat ik nog steeds slechte dagen heb, en als ik ze heb, zijn ze echt klote. Eet ik altijd drie maaltijden per dag? Nee. Merk ik het meteen als ik onbewust een maaltijd heb overgeslagen? Nee. Maar omdat ik geleerd heb dat als ik niet eet, dat invloed heeft op hoe ik me voel en gedraag, merk ik het wel meteen als ik me als een kreng begin te gedragen omdat ik moet eten. Nu ben ik in staat om te erkennen dat ik verantwoordelijk ben voor mijn eigen welzijn, en dat wanneer ik mezelf begin te verwaarlozen, ik de macht heb om te handelen en het te verhelpen.
Een belangrijk ding dat afkicken me heeft geleerd is dat ik, net als elke verslaafde, altijd in herstel zal zijn. Het kostte tijd om dit te begrijpen. Herstel is niet lineair, en het eindigt niet zomaar. Ik ben op een veel gezondere plaats dan waar ik ooit was en ik zal er altijd naar streven om te blijven verbeteren. Het verschil tussen wie ik was voordat ik afkickte en wie ik nu ben is zelfbewustzijn en mijn vermogen om met mezelf om te gaan, om hulp te vragen als ik die nodig heb, naar anderen te luisteren als ze me vertellen dat ik over de schreef ga, of gewoon toe te geven als ik gewoon geen goede dag heb, zodat vrienden en familie er voor me kunnen zijn. Nu ik van mezelf en mijn gezondheid een prioriteit heb gemaakt, is er niets dat dat van me kan afnemen.
Watch: Wat iedereen mis heeft over eetstoornissen